Calenta 40L
G e s c h i k t v o o r v e r w a r mi n g p e r k a me r me t
S ma r t H o me
s l i mme t h e r mo s t a a t
021213 - 126382-04
4 Q = PE pomp
OPGELET
Als de ruststand van de driewegklep met behulp van
parameter p34 is aangepast, moet de pomp als volgt
worden aangesloten:
N = N pomp
4
C = L pomp
4
Q = PE pomp
4
n Aansturing externe gasklep (EgV)
Als er warmtevraag is komt er op de klemmen EgV van de
aansluitconnector een wisselspanning van 230 VAC, 1 A (maximaal)
beschikbaar, voor het aansturen van een externe gasklep.
n Bedrijfsmelding en storingsmelding (Status)
De keuze voor alarm of bedrijfsmelding kan ingesteld worden met
behulp van parameter p40.
4 Als de ketel in bedrijf is kan de bedrijfsmelding via een
potentiaalvrij contact (maximaal 230 VAC, 1 A) op de klemmen
No en C van de aansluitconnector geschakeld worden.
4 Als de ketel vergrendelt, dan kan de alarmering via een
potentiaalvrij contact (maximaal 230 VAC, 1 A) op de klemmen
Nc en C van de aansluitconnector doorgemeld worden.
n Minimum gasdrukschakelaar Gps
Een minimum gasdrukschakelaar zorgt ervoor dat de ketel op
blokkering gaat bij het bereiken van een te lage gasvoordruk. Sluit de
minimum gasdrukschakelaar aan op de klemmen Gps van de
aansluitconnector. De aanwezigheid van de gasdrukschakelaar dient
ingesteld te worden met behulp van parameter p41.
n Warmteterugwinunit (Hru)
Sluit de bedrading van de warmteterugwinunit aan op de klemmen
Hru van de aansluitconnector. De aanwezigheid van de
warmteterugwinunit dient ingesteld te worden met behulp van
parameter p4".
4. Installatie
45