WASSEN EN DROGEN
5. Wasmiddel doseren
Doseer het wasmiddel via de cap-do-
sering of de wasmiddellade.
6. Programmastart/-einde
Raak de knipperende sensortoets
Start/Trommel bijvullen aan.
De deur wordt vergrendeld.
Het programma start.
Na afloop van het programma begint de
kreukbeveiliging.
Tijdens de kreukbeveiligingsfase is de
deur nog vergrendeld.
Tik op de sensortoets Start/Trommel
bijvullen of draai de programmakeu-
zeschakelaar op de stand .
De deur wordt ontgrendeld.
Spreid het wasgoed uit als je het
tijdens de kreukbeveiligingsfase uit
de trommel haalt. De warmte kan
dan uit het wasgoed ontsnappen.
Na afloop van de kreukbeveiliging
wordt de deur automatisch ontgren-
deld.
Trek de deur open en neem het was-
goed uit de automaat.
Zie paragraaf : "Na iedere was- en/of
droogbeurt".
48
Na iedere was- en/of droog-
beurt
Doe de deur ver open.
Gevaar voor verbranding door
heet metaal.
De metalen kap aan de binnenkant
op het deurglas is heet na het dro-
gen.
Raak de metalen kap niet aan.
Haal het wasgoed uit de trommel.
Als er wasgoed achterblijft in de
trommel kan dit bij de volgende keer
dat u wast of droogt, krimpen, ver-
kleuren of beschadigd raken.
Controleer of de trommel leeg is!
Controleer of er vreemde voorwerpen
in de dichtring van de deur achterge-
bleven zijn. Verwijder na het drogen
de pluizen uit de dichtring en van het
deurglas.
Tip: Laat de deur op een kiertje staan,
zodat de trommel kan drogen.
Draai de programmakeuzeschakelaar
op positie .
Tip: Laat de wasmiddellade op een
kiertje openstaan, zodat de lade kan
drogen.