9.5 Bewerkingstechnieken
9.5.1 Geoorloofde bewerkingstechnieken
Met de formaatcirkelzaag zijn alleen maar de volgende
bewerkingstechnieken geoorloofd:
•
Afkorten, alleen met kantrechtschoen
•
Afkorten, alleen met parallel- of dwarsaanslag
•
Snede in lengterichting 90° tot 45°, met parallelaan-
slag en vastgezette schuiftafel
•
Snede in lengterichting 90° tot 45°, met afkortaan-
slag en schuiftafel
•
Opdelen van grote platen
9.5.2 Verboden bewerkingstechnieken
Met de formaatcirkelzaag zijn de volgende bewerkings-
technieken principieel verboden:
•
Alle bewerkingstechnieken zonder gebruik van paral-
lelaanslag, dwarsaanslag of oplegtafel
•
Demonteren van het spouwmes voor enkele snedes
•
Bedekte snedes
*)
9.5.3 Principiële manier van werken bij geoorloofde bewerkingstechnieken
1. Voor het begin van de werkzaamheden de cirkel-
zaag uitschakelen.
2. Voor voldoende oplegruimte ( toebehoren) zorgen.
3. Veiligheidstoebehoren gereedhouden:
• Duwstok; hout met magneten (Art.-nr. 11.2.012)
• Duwstok; kunststof (Art.-nr.: 11.0.010)
• Schuifklink (Art.-nr.: 11.1.009)
• Afwijzer met magneten (Art.-nr.: 420-260)
4. Zaaghoogte/zaaghoek instellen.
5. Bij versteksnedes de bovenbescherming van de cirkel-
zaag ombouwen.
56
K3 basic/K3 winner/K3 e-classic
Bediening
Met de formaatcirkelzaag zijn de volgende bewerkings-
technieken alleen toegelaten zonder voorritser:
•
Bedekte snedes/gleuven aan de parallelaanslag
•
Bedekte snedes/sleuven aan de parallelaanslag met
sponninggereedschappen
In het geldigheidsgebied van de Holz-Berufsgenossenschaft (Holz-
*)
BG) in de Bondsrepubliek Duitsland gelden de hierna genoemde
afwijkingen:
Inzetsnedes en bedekte snedes zijn toegelaten wanneer de dienaan-
gaande bedrijfsvoorschriften van de Berufsgenossenschaft (BG) worden
gerespecteerd (ZH.)/720).
*)
6. Bovenbescherming van de cirkelzaag instellen: max.
5 mm hoger dan de werkstukdikte.
7. Indien nodig, voorritsblad instellen.
8. De cirkelzaag en eventueel de voorritser pas inscha-
kelen als het te snijden werkstuk op de juiste plaats
ligt.
9. Het werkstuk gelijkmatig met gesloten vingers langs
het zaagblad leiden.
10. Op het einde van de snede een duwstok gebruiken.
11. Na het snijden de machine uitschakelen.
Formaatzaag