7.10 Continuïteitstest
Waarschuwing: Voer geen diode-, weerstands- of continuïteitstesten uit voordat u de
condensatoren en het te testen apparaat spanningsloos heeft gemaakt. Anders bestaat
er gevaar voor letsel.
1. Zie Fig. 7-3. Zet de functieschakelaar op de
2. Gebruik de
getoond worden.
3. laats het zwarte meetsnoer in de negatieve COM terminal en het rode
meetsnoer in de positieve
4. Houd de pennen van de sondes tegen de te testen stroomkring of component.
5. Als de weerstand < 20 Ω geeft de meter een pieptoon. Als de weerstand > 200 Ω
geeft de meter geen pieptoon. > 20 Ω maar <200 Ω het piepen zal stoppen op
een onbepaald moment.
7.11 Klassieke Diode Test
Waarschuwing: Voer geen diodetesten uit voordat u de condensatoren en het te
testen apparaat spanningsloos heeft gemaakt. Anders bestaat er gevaar voor letsel.
1. Als dit niet al is geselecteerd, kies KLASSIEKE Diode test mode in het Instellingen
menu
(Paragraaf 5.2.8, Multimeter Instellingen
2. Zet de functieschakelaar op de diode
de diode-testfunctie te selecteren. De diode indicator
3. Plaats het zwarte meetsnoer in de negatieve COM terminal en het rode
meetsnoer in de positieve terminal.
4. Plaats de punten van de sondes tegen de te meten diode of
halfgeleiderovergang in één polariteit (richting) en vervolgens in de
tegengestelde polariteit (richting) zoals getoond inFig. 7-4.
5. Als de uitlezing zich tussen de 0,400 en 0,800V bevindt in één richting en OL
(overload) in de tegengestelde richting, is de component goed. Als de meting 0V
is in beide richtingen (kortgesloten) of OL in beide richtingen (open), is het
onderdeel slecht.
FLIR DM284 GEBRUIKERS HANDLEIDING
knop om continuïteit te selecteren. De
terminal.
24
positie.
indicator zal
Menu).
positie. Gebruik de MODE-knop om
zal getoond worden.
Document Identifier: DM284-nl-NL_AC