5
Montage
5.1
Opstellingsruimte
OPMERKING: Schade aan de installatie door vorst en
corrosie!
▶ Warmtepomp binnen in een gebouw opstellen.
▶ Warmtepomp in een vorstvrije en droge ruimte op-
stellen.
De opstellingsruimte moet aan de specificaties van de DIN EN 378 vol-
doen en aan de lokale bepalingen.
5.2
Warmtepomp opstellen
VOORZICHTIG: Gevaar voor lichamelijk letsel door ver-
keerde opstelling!
▶ Warmtepomp alleen door een erkend installateur la-
ten opstellen
▶ Plaats de warmtepomp met meerdere personen.
▶ Plaatselijk geldende ongevallenpreventievoorschrif-
ten, wettelijke voorschriften en verordeningen en
richtlijnen respecteren.
OPMERKING: Installatieschade door verkeerde opstel-
ling!
▶ Warmtepomp niet meer dan 45° kantelen.
▶ Opstellingstekening voor het betreffende type warm-
tepomp respecteren ( hoofdstuk 9.2, pagina 33).
▶ Bouwgrootte en minimale afstanden respecteren.
▶ Houd de schakelkastzijde altijd toegankelijk.
≥600
Afb. 6 Minimale afstanden Logatherm WPL...IK
Wanneer de afstanden tot de minimale maat moeten
worden gereduceerd, dan moeten de luchtkanalen wor-
den ingekort. Dit heeft een aanmerkelijke verhoging van
het geluidsniveau tot gevolg.
▶ Warmtepomp niet opstellen op het toestelframe of de afwerkvloer.
▶ Waarborg dat de ondergrond voldoet aan de volgende voorwaarden:
– gedimensioneerd voor het gewicht van de warmtepomp
– vast en horizontaal
– bij voorkeur contactgeluidontkoppeld.
Logatherm WPL ... IK – 6 720 806 105 (2012/10)
≥600
6 720 644 794-86.1T
▶ Verpakking verwijderen en de bijverpakking goed bewaren.
▶ Sorteer en recycleer het verpakkingsmateriaal.
▶ Warmtepomp van de pallet tillen.
▶ Standvoeten gemonteerd:
– Warmtepomp aan een zijde kantelen, tot de onderkant aan de an-
dere kant vrij komt.
– Borg de warmtepomp tegen terugkantelen.
– Standvoeten aan de vrijhangende onderkant van de warmtepomp
monteren.
– Warmtepomp voorzichtig terug kantelen.
– Procedure herhalen voor de andere zijde.
1
Afb. 7 Standvoeten monteren
[1]
Standvoet
[2]
Borgmoer
[3]
Stelschroef
▶ Warmtepomp op de definitieve locatie plaatsen.
▶ Warmtepomp met behulp van de stelschroeven [3] horizontaal uitlij-
nen.
▶ Borgmoeren [2] aandraaien.
5.3
Luchtgeleiding monteren
Luchtkanalen met toebehoren zijn nodig voor gebruik
van de warmtepomp. Deze zijn niet in de leveringsom-
vang opgenomen.
▶ Gebruik alleen originele toebehoren.
5.3.1 Luchtuitlaat rechts ombouwen naar luchtuitlaat links
De warmtepompen worden standaard met de luchtuit-
laat rechts uitgeleverd.
Vanwege de bouwkundige omstandigheden is het mogelijk, dat de lucht-
uitlaat van de warmtepomp van rechts naar links moet worden omge-
bouwd.
Montage
5
2
3
6 720 644 794-03.1T
13