3
Transport
2.11.2 Tapwaterboiler
Wanneer de warmtepomp ook voor warmwatervoorziening wordt ge-
bruikt, moet een warmwaterboiler in de hydrauliek van de warmtepomp
worden opgenomen.
Het boilervolume van de boiler moet zodanig worden gekozen, dat ook
tijdens de blokkeertijden de benodigde warmwaterhoeveelheid ter be-
schikking kan worden gesteld.
Respecteer bij de inbouw van een boiler de volgende voorwaarden:
• het oppervlak van de warmtewisselaar van de boiler moet zodanig zijn
gedimensioneerd, dat het verwarmingsvermogen van de warmte-
pomp met een zo klein mogelijke spreiding wordt overgedragen. Wij
adviseren gebruik te maken van de boiler SH300-440EW.
• De boiler moet worden ingebouwd conform het hydraulisch schema
van het toesteltype van de warmtepomp. De warmwatertemperatuur-
sensor is in de levering opgenomen.
• In combinatie met een combinatieboiler KNW..EW moet, bij verwar-
mingsondersteuning, een extra retour van de boiler naar de warmte-
pomp, een keerklep in de aanvoer en een extra omschakelventiel in de
retour worden geïnstalleerd. De interne circulatiepomp (HUP) moet
dan als extra circulatiepomp (ZUP) worden gedefinieerd en op de
warmtepompmanager worden omgezet.
3
Transport
VOORZICHTIG: Gevaar voor lichamelijk letsel door dra-
gen van zware lasten!
▶ Transporteer de warmtepomp met meerdere perso-
nen.
▶ Borg de warmtepomp tegen kantelen.
▶ Borg de warmtepomp tegen verschuiven.
▶ Persoonlijke beschermingsuitrusting dragen (bijv.
veiligheidshelm, veiligheidsschoenen en veiligheids-
handschoenen).
OPMERKING: Schade aan de installatie door verkeerd
transport.
▶ Warmtepomp niet meer dan 45° kantelen.
▶ Gebruik geen onderdelen of hydraulische aansluitin-
gen voor transportdoeleinden.
▶ Steekkar alleen vanaf de achterzijde van de warmte-
pomp onder het toestel schuiven.
▶ Klem geen aansluitingen tussen de steekkar.
▶ Hydraulische aansluitingen niet beschadigen.
Transport met een heftruck
▶ Warmtepomp in verpakte toestand met een heftruck naar de uiteinde-
lijke opstellingsplaats transporteren.
Transport op een steekwagen
Wanneer het transport naar de opstellingslocatie met een heftruck niet
mogelijk is, kan de warmtepomp ook op een steekwagen worden ge-
transporteerd.
▶ Verpakking verwijderen en de bijverpakking goed bewaren.
▶ Warmtepomp van de pallet tillen.
▶ Onderste voorwand en onderste zijwanden afnemen.
– Snelsluitschroeven met een slag van 90° naar links losdraaien.
– Wanden uittillen en veilig wegzetten.
▶ Steekwagen aan de achterkant onder de warmtepomp schuiven.
▶ Steekkar met de warmtepomp voorzichtig kantelen en naar de opstel-
lingsplaats transporteren.
12
4
Voorschriften
De onderstaande richtlijnen en voorschriften respecteren:
• Plaatselijke bepalingen en voorschriften van het verantwoordelijke
nutsbedrijf (EVU) met de bijbehorende speciale voorschriften (TAB)
• BImSchG, 2e hoofdstuk: niet keuringsplichtige installaties
• TA Lärm Technische handleiding voor bescherming tegen geluid (al-
gemeen voorschrift bij de Bundes-Emissionsschutzgesetz)
• Nationale bouwverordening
• EnEG (wet voor besparing van energie)
• EnEV (verordening betreffende energiebesparende installatietech-
niek bij gebouwen)
• EN 60335 (veiligheid van elektrische apparaten voor huishoudelijk
gebruik en soortgelijke doeleinden)
Deel 1 (algemene eisen)
Deel 2-40 (bijzondere eisen voor elektrisch aangedreven warmte-
pompen, airconditioning en kamerluchtontvochtigers)
• EN 12828 (cv-systemen in gebouwen - ontwerpen van warmwater-
cv-installaties)
• DVGW, Wirtschafts- und Verlagsgesellschaft, Gas und Wasser GmbH
- Josef-Wirmer-Str. 1−3 − 53123 Bonn
– Werkblad W 101
Richtlijnen voor drinkwatergebieden; 1e deel; beschermingsgebie-
den voor grondwater.
• DIN-Normen, Beuth-Verlag GmbH - Burggrafenstraße 6 −
10787 Berlijn
– DIN 1988, TRWI (Technische regels voor drinkwaterinstallatie)
– DIN 4108 (warmte-isolatie en energiebesparing in gebouwen)
– DIN 4109 (geluidsisolatie in de hoogbouw)
– DIN 4708 (centrale installaties voor de opwarming van warm wa-
ter)
– DIN 4807 of EN 13831 (expansievaten)
– DIN 8960 (koelmiddelen - eisen en afkortingen)
– DIN 8975-1 (koelinstallaties - veiligheidstechnische uitgangspun-
ten voor vormgeving, uitrusting en opstelling - ontwerp)
– DIN VDE 0100 (opstellen van krachtstroominstallaties met nomi-
nale spanningen tot 1000 V)
– DIN VDE 0105 (gebruik van elektrische installaties)
– DIN VDE 0730 (bepalingen voor apparaten met elektromotorische
aandrijving voor huishoudelijk gebruik en dergelijke toepassingen)
• VDI-richtlijnen, Verein Deutscher Ingenieure e.V. -
Postfach 10 11 39 - 40002 Düsseldorf
– VDI 2035 Blad 1: voorkomen van schade in warmwaterverwar-
mingsinstallatie, ketelsteenvorming in drinkwaterverwarmings- en
warmwaterverwarmingsinstallaties.
– VDI 2081 Geluidsemissie en geluidsvermindering in kamerlucht-
technische installaties.
– VDI 2715 Geluidsvermindering in tap- en cv-water-verwarmingsin-
stallaties
• Oostenrijk:
– Lokale bepalingen en regionale bouwvoorschriften
– Voorschriften van de netbeheerder (VNB)
– Voorschriften van het waterbedrijf
– Waterrechtwetgeving van 1959 in geldige uitgave
– ÖNORM H 5195-1 Richtlijnen ter voorkoming van schade door cor-
rosie en kalksteenvorming in warmwaterverwarmingsinstallaties
tot 100 °C
– ÖNORM H 5195-2 Richtlijnen ter voorkoming van vorstschade in
gesloten cv-installaties
Logatherm WPL ... IK – 6 720 806 105 (2012/10)