Overstortventiel instellen
AANWIJZING
De handelingen in dit hoofdstuk zijn alleen bij
een seriële buffervataansluiting noodzakelijk.
Voer de werkstappen snel uit, want anders kan
de maximale retourtemperatuur worden over-
schreden en gaat de warmtepomp in hoge-
drukstoring.
Indien de instelknop aan het overstortventiel
naar rechts wordt gedraaid, wordt het tempe-
ratuurverchil (de spreiding) groter, bij een draai
naar links wordt dit kleiner.
De installatie werkt in de verwarmingsmodus (het
beste in koude toestand).
1.
Bij een lage stooklijn: zet de installatie op 'gefor-
ceerde verwarming'.
gebruiksaanwijzing van de verwarmings- en
warmtepompregelaar.
2.
Sluit de ventielen naar het verwarmingscircuit.
3.
Let erop dat de volledige volumestroom via het
overstortventiel wordt geleid.
4.
Lees aan de verwarmings- en warmtepomprege-
laar de aanvoer- en retourtemperatuur af.
gebruiksaanwijzing van de verwarmings- en
warmtepompregelaar.
5.
Draai de instelknop (1) van het overstortventiel
(2), tot de spreiding tussen aanvoer- en retourtem-
peratuur als volgt is ingesteld:
Buiten-
temperatuur
-10 °C
0 °C
10 °C
20 °C
30 °C
6.
Open de ventielen naar het verwarmingscircuit.
7.
Zet de verwarmings- en warmtepompregelaar
weer terug.
16
Technische wijzigingen voorbehouden | 83055500cNL – Vertaling van de originele gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
Aanbevolen
instellingen
4 K
5 K
8 K
9 K
10 K
Inbedrijfstelling
Volg de instructies in het hoofdstuk 'Inbedrijfstel-
ling' van de installatie- en gebruikershandleiding
van uw warmtepomp.
Veiligheidstemperatuurbegrenzer
In
het
elektrische
verwarmingselement
veiligheids temperatuurbegrenzer ingebouwd. Als de
warmtepomp uitvalt of als er lucht in het systeem zit,
controleer dan of de resetknop van deze veiligheid-
stemperatuurbegrenzer is geactiveerd. Druk de knop
indien nodig weer in.
HMD 2/(S)E
1 Resetknop van de veiligheids-
temperatuurbegrenzer aan het
elektrische verwarmingselement
is
een