Inhoudsopgave
Advertenties
Documentatie hydraulische integraties
8.
Dicht de kabeldoorvoeren die vanaf de warmte-
pompen naar de binnenkant van het gebouw lei-
den, aan de buitenkant af.
AANWIJZING
Het bedieningselement van de verwarmings-
en warmtepompregelaar kan via de linker
LAN-bus aan de onderzijde door middel van
een geschikte netwerkkabel worden verbon-
den met een computer of netwerk, om de ver-
warmings- en warmtepompregelaar van daar-
uit te kunnen besturen.
Indien dit gewenst is, dient tijdens de elek-
trische aansluitingswerkzaamheden een af-
geschermde netwerkkabel (categorie 6, met
RJ45-connector) door het apparaat te worden
gelegd en parallel op de reeds gelegde regel-
kabel van de verwarmings- en warmtepompre-
gelaar te worden aangesloten.
De netwerkkabel kan ook later nog altijd wor-
den geïnstalleerd.
Spoelen, vullen en ontluchten
van de installatie
LET OP
Het systeem moet volledig vrij van lucht zijn,
alvorens het in bedrijf wordt gesteld.
Verontreinigingen en afzettingen in de installa-
tie kunnen storingen veroorzaken.
LET OP
De druk tijdens het spoelen mag 2,5 bar niet
overschrijden. De afvoerleiding van de veilig-
heidsklep van het verwarmingscircuit moet
vóór het spoelen en vullen worden aangeslo-
ten.
Voorbeeld met in serie geschakelde buffervaten:
1.
De slang op de vul- en aftapkraan aansluiten en
naar een afvoer leiden.
2.
De vul- en aftapkraan op de hydraulische modu-
le (verwarmingswaterinlaat van de warmtepomp)
aansluiten.
3.
De afsluiters in de hydraulische module naar de
warmtepomp toe sluiten. De afsluiters naar het
verwarmingscircuit openen.
Voorbeeldschema 'Spoelen en ontluchten warm-
watercircuit', pagina 28
Handleiding 'Omschakelklep'
Technische wijzigingen voorbehouden | 83055500cNL – Vertaling van de originele gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
4.
De motor van de 3-wegklep voor de warmwater-
bereiding (toebehoren) demonteren. Hiervoor de
beugel stift aan de onderzijde van de motor verwijde-
ren en de motor voorzichtig naar boven wegtrekken.
5.
De spil 180° draaien en het warmwaterlaadcircuit
ca. 1 minuut spoelen.
6.
De spil 180° terugdraaien in de originele positie
(afgeronde kant van de spil wijst naar B).
7.
Verwarmingscircuit spoelen! Indien nodig kunnen
het verwarmingscircuit en het warmwaterlaadcir-
cuit ook gelijktijdig worden gespoeld! Draai hier-
voor de spil 30°.
Voorbeeldschema 'Spoelen en ontluchten verwar-
mingscircuit', pagina 29
8.
Als het spoelen en vullen voltooid zijn, de spil
weer in de oorspronkelijke stand zetten en de mo-
tor van de 3-wegklep monteren.
9.
Het apparaat ontlucht automatisch, als de ontluch-
ters (zwarte kap) van de veiligheidscomponent
openstaan. Als het verwarmingscircuit gevuld of
geleegd wordt, gaat de ontluchtingsklep open.
10. De afsluiters in de hydraulische module naar de
warmtepomp toe openen. De afsluiters naar het
verwarmingscircuit sluiten. De plaatselijke afslui-
ters naar de warmtepomp sluiten:
Voorbeeldschema 'Spoelen en ontluchten warm-
tepomp 1', pagina 30
Voorbeeldschema 'Spoelen en ontluchten warm-
tepomp 2', pagina 31
11. De slangen aan vul- en aftapkranen omwisselen
en de condensor van de warmtepomp via de re-
tourleiding spoelen.
12. Aanvullend de ontluchtingsklep aan de conden-
sor van de warmtepomp openen. De condensor
ontluchten en na volledige ontluchting de ontluch-
tingsklep weer sluiten.
Isolatie van de hydraulische
aansluitingen
U dient de vaste leidingen van het verwarmingscircuit,
de verbindingsleidingen tussen hydraulische module
en warmtepomp en de aansluitingen van het warmwa-
terbuffervat te isoleren.
Bij (R)-variant diffusiedicht.
AANWIJZING
Voer de isolatie uit zoals door de lokaal geldende
normen en richtlijnen is voorgeschreven.
15
Advertenties
Inhoudsopgave
