Afdichtmateriaal
Naam
(12)
Hoeveel-
2 stuks
heid
Vorm
2-3 OPTIONELE ACCESSOIRES
• Voor de bediening van deze binnenunit is een van de
hieronder vermelde afstandsbedieningen noodzakelijk.
Afstandsbediening
BRC1D52/BRC1D61/BRC1E51BRC2C51/
Met draad
BRC1E52/BRC3A61
Draadloos
BRC4C62
BESTEED TIJDENS INSTALLATIE EXTRA
AANDACHT AAN DE VOLGENDE PUNTEN
EN INSPECTEER NA INSTALLATIE.
a. Inspectiepunt na voltooiing van installatie
Inspectiepunt
Zijn de binnen- en buitenunit
stevig gemonteerd?
Is de gaslektest goed uitge-
voerd?
Is de unit goed geïsoleerd?
Stroomt de afvoer goed
door?
Komt de voedingsspanning
overeen met de spanning
die op de kenplaat staat?
Zjin de bedrading en de bui-
zen goed aangelegd?
Is de unit goed geaard?
Voldoet de bedrading aan
de specificaties?
Worden de luchtinlaat of de
luchtuitlaat van binnen- of
buitennuit geblokkeerd?
Is de lengte van de koel-
leidingen en de lading van
het aanvullende koelmiddel
genoteerd?
Lees ook de paragraaf "VEILIGHEIDSMAATREGELEN".
b. Inspectiepunt op moment van oplevering
Inspectiepunt
Heeft u de cliënt de werking van het systeem uitgelegd en
de bedieningshandleiding laten zien?
Hebt u de bedieningshandleiding en de garantiekaart aan
de klant gegeven?
Hebt u aan de klant uitgelegd hoe de vervangingsartikelen
(luchtfilter, grille (zowel de luchtuitlaat als de luchtinlaat-
grille) enzovoort.) gereinigd, c.q. vervangen moeten wor-
den?
Hebt u de handleidingen bij de vervangingsartikelen
(indien meegeleverd) aan de klant overhandigd?
Nederlands
Luchtfilter (13)
(Overigen)
1 stuks
• Bedieningshandle-
iding
• Installatiehandle-
iding
(dit handboek)
Wat kan gebeuren als het
niet goed is uitgevoerd
De unit kan vallen, trillen of
bijgeluiden proceduren.
Er kan onvoldoende gekoeld
worden.
Er kan condensaat lekken.
Er kan condensaat lekken.
Er kunnen storingen
optreden ofcomponenten
doorbranden.
Er kunnen storingen
optreden of componenten
doorbranden.
Door een slechte aarding
kan gevaar voor elektrische
schokken ontstaan.
Er kunnen storingen
optreden of componenten
doorbranden.
Er kan onvoldoende gekoeld
worden.
De lading van het koelmid-
del in het systeem kan niet
goed bepaald worden.
c. Items die uitleg behoeven
De items in de bedieningshandleiding die zijn gemarkeerd met
WAARSCHUWING en
GELEN hebben betrekking op situaties waaruit lichamelijk letsel
en materiële schade kan voortvioeien. Bovendien bevat de bedi-
eningshandleiding instructies vooe het normale gebruik van het
systeem. Het is van balang dat u de cliënt een volledinge
beschrijving geeft van de werking van het systeem en beveel de
cliënt aan om de bedieningshandleiding goed te lezen.
3.
HET SELECTEREN VAN DE PLAATS
VOORZORGSMAATREGELEN
• Til het apparaat, wanneer het tijdens of na het uitpakken ver-
plaatst moet worden, altijd alleen op aan de hijsogen. Belast
nooit andere onderdelen, met name de koelmiddelleidingen,
de afvoerleidingen en de flenzen.
• Als u verwacht dat de temperatuur en de luchtvochtigheid
in het plafond hoger kan worden dan 30°C, resp. RV 80%,
moet de isolatiemantel om de unit worden aangepast.
Gebruik glaswol of polyethyleenschuim als isolatie, maar
zorg ervoor dat het materiaal nooit dikker is dan 10 mm en
in de plafondopening past.
(1) Kies een plaats die aan de volgende voorwaarden vol-
Inspec-
doet en de goedkeuring van de cliënt heeft.
tiepunt
• Waar de lucht optimaal kan circuleren.
• Waar de luchtdoorgangen niet geblokkeerd worden.
• Waar condens goed kan worden afgevoerd.
• Waar het plafond sterk genoeg is om het gewicht van de
binnenunit te dragen.
• Waar het valse plafond niet duidelijk overhelt.
• Waar geen gevaar voor lekkage van gevaarlijke gassen
bestaat.
• Waar voldoende ruimte voor installatie en onderhoud
gerealiseerd kan worden. (Zie Afb. 1)
• Waar het buizenwerk tussen de binnen- en buitenunits
binnen de voorgeschreven limiet blijft.
(Zie de installatiehandleiding van de buitenunit.)
• De apparatuur is niet bedoeld voor gebruik in een omgev-
ing met ontploffingsgevaar.
*300
of
meer
Onderhoud-
sruimte
Inspec-
tiepunt
• De afmeting *H1 duidt op de minimum hoogte van het
apparaat.
• Kies de maat *H1, *H2 zodanig dat een aflopende
hellingshoek van ten minste 1/100 bereikt wordt, zoals
ook is weergegeven is in de paragraaf "7. HET AAN-
LEGGEN VAN DE AFVOERBUIZEN".
VOORZORGSMAATERE-
300
of meer
Besturingskast
Onderhoud-
sruimte
*H2=20 of meer
Plafond
Vloeroppervlak
Afb. 1
(lengte : mm)
3