12 Storingen opsporen en verhelpen
8 Vul de condensatieopvangbak met water en plaats deze op de
aansluiting onder de condensatielekbak.
9 Schuif de schoorsteenpijp, linksom draaiend, met de bovenkant
rond de schoorsteenadapter in het bovenste deksel.
10 Steek de onderkant in de condensatielekbak en draai de
koppelingsmoer rechtsom vast.
11 Open de gastap en controleer de gasaansluitingen onder de
gasklep en op de montagebeugel op lekkage.
12 Controleer de ruimtenverwarming en de waterleidingen op
lekkage.
13 Zet de voeding aan.
14 Schakel het apparaat in door op de knop te drukken.
15 Controleer het voorste deksel, de ventilatoraansluiting op het
voorste deksel en de schoorsteenpijponderdelen op lekkage.
16 Controleer de gas/luchtaanpassing.
17 Plaats de behuizing, draai de 2 schroeven aan de linker en
rechterzijde van het display vast.
18 Sluit het deksel van het display.
19 Controleer de verwarming en de warmwateraanvoer.
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
28
12
Storingen opsporen en
verhelpen
12.1
Algemene richtlijnen
Vooraleer met de procedure voor het oplossen van problemen te
beginnen, moet de unit grondig visueel gecontroleerd worden,
waarbij gekeken wordt naar zichtbare defecten, zoals losse
aansluitingen of kapotte bedrading.
WAARSCHUWING
▪ Controleer steeds of de spanning op de unit is
afgesloten vooraleer de schakelkast van de unit te
controleren.
Schakel
stroomonderbreker uit.
▪ Als een veiligheidstoestel geactiveerd werd, moet u de
unit uitschakelen en controleren waarom het
veiligheidstoestel werd geactiveerd vooraleer deze te
resetten. Overbrug NOOIT een veiligheidstoestel of
wijzig zijn waarde niet in een waarde verschillend van
de standaardinstelling. Indien u de oorzaak van het
probleem niet kunt vinden, neem dan contact op met
uw dealer.
GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE
WAARSCHUWING
Om gevaar als gevolg van het per ongeluk resetten van de
thermische beveiliging te voorkomen, mag dit toestel NIET
worden gevoed via een externe schakelinrichting zoals een
timer of zijn aangesloten op een circuit dat regelmatig IN
en UITgeschakeld wordt door de voorziening.
GEVAAR: RISICO OM ZICH TE VERBRANDEN
12.2
Problemen op basis van
symptomen oplossen
12.2.1
Symptoom: de brander ontsteekt NIET
Mogelijke oorzaken
De gastap is gesloten.
Lucht in de gastap.
Gasaanvoerdruk te laag.
Geen ontsteking.
Geen vonk. Ontstekingseenheid
op gasklep defect.
Gas/luchtaanpassing NIET
correct ingesteld.
Ventilator defect.
Ventilator vuil.
Daikin Altherma hybride warmtepomp – gasketelmodule
de
respectievelijk
Wat te doen
Open de gastap.
Verwijder lucht uit de gaspijp.
Neem contact op met de
gasleverancier.
Vervang de
ontstekingselektrode.
▪ Controleer de bekabeling.
▪ Controleer de bougiedop.
▪ Vervang
de
ontstekingseenheid.
Controleer de aanpassing. Zie
"De koolstofdioxideinstelling
controleren" op pagina 22.
▪ Controleer de bedrading.
▪ Controleer
de
zekering.
Vervang indien nodig de
ventilator.
Reinig de ventilator.
EHYKOMB33AA
4P3530671 – 2013.07