7 Installatie
b
a
Ø22 mm
a
Condensatieafvoer van ketel
b
Goot en ontluchtingspijp
c
Minimum 450 mm en tot 3 verdiepingen
Als de eerste optie NIET mogelijk is, kan er een interne keuken of
badkamerafvalleiding, wasmachineleiding worden gebruikt. Zorg dat
de condensatieafvoerleiding stroomafwaarts van de afvalopvangbak
is aangesloten.
a
b
100 mm
c
Ø22 mm
≥75 mm
d
a
Condensatieafvoer van ketel
b
Goot en ontluchtingspijp
c
Gootsteen of wasbak met geïntegreerde overloop
d
75 mm afvalopvangbak en luchtstop
Condensatiepomp
Waar afvoer door zwaartekracht naar een intern eindpunt NIET
fysiek mogelijk is of waar zeer lange interne afvoerleidingen nodig
zouden zijn om een geschikt afvoerpunt te bereiken, moet
condenswater worden verwijderd met behulp van een zelf te
voorziene condensatiepomp (ter plaatse te voorzien).
De pompuitlaatleiding moet afvoeren naar een geschikt intern
afvoerpunt voor afvalwater zoals een interne goot en
ontluchtingspijp, interne keukenafvoerpijp, badkamerafvoerpijp of
wasmachineafvoerpijp. Een geschikte permanente aansluiting op de
afvalwaterpijp moet worden gebruikt.
a
Ø22 mm
e
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
12
c
b
c
≥75 mm
d
a
Condensatieafvoer van ketel
b
Goot en ontluchtingspijp
c
75 mm afvalopvangbak en luchtstop
d
Condensatiepomp
7.3.2
Externe aansluitingen
Als een externe condensatieafvoerpijp wordt gebruikt, moeten de
volgende voorzorgsmaatregelen worden genomen om bevriezing te
voorkomen:
▪ De pijp moet zo ver mogelijk intern lopen alvorens naar buiten te
gaan. De pijpdiameter moet worden vergroot tot een minimale
binnendiameter van 30 mm (buitendiameter gewoonlijk 32 mm)
voordat deze door de muur gaat.
▪ Het externe gedeelte moet zo kort mogelijk worden gehouden en
moet zo verticaal mogelijk naar het afvoerpunt lopen. Houd er
rekening mee dat er geen horizontaal gedeelte mag zijn waarin
condenswater zich kan verzamelen.
▪ De externe pijp moet geïsoleerd zijn. Gebruik een geschikte
watervaste en weersbestendige isolatie (pijpisolatie "Klasse O" is
hiervoor geschikt).
▪ Het gebruik van koppelstukken en bochtstukken moet zoveel
mogelijk worden beperkt. Eventuele interne bramen moeten
worden verwijderd zodat het interne pijpgedeelte zo vlak mogelijk
is.
7.4
De waterleidingen aansluiten
7.4.1
De waterleiding op de gasketel aansluiten
De waterleiding aansluiten voor warm tapwater
1 Spoel de installatie grondig om deze te reinigen.
a
b
a
Uitlaat voor warm tapwater
b
Koudwaterinlaat
c
Drukveiligheidsklep (ter plaatse te voorzien)
2 Installeer een drukveiligheidsklep.
3 Sluit de warmwateraansluiting (Ø15 mm) aan.
4 Sluit de hoofdkoudwateraansluiting (Ø15 mm) aan.
Daikin Altherma hybride warmtepomp – gasketelmodule
EHYKOMB33AA
4P3530671 – 2013.07