Voorschriften
3
Voorschriften
3.1
Opstellingsruimte
Opgelet: ketelschade
door verontreinigde verbrandingslucht.
Maak nooit gebruik van chloorhoudende
reinigingsmiddelen en
halogeenkoolwaterstoffen
(bijv. in spuitbussen, oplos- en
reinigingsmiddelen, verf, lijm).
Sterke stofvorming vermijden.
Opgelet: schade aan de installatie
door water.
Bij acuut gevaar voor hoog water moet
de verwarmingsketel brandstof- en
stroomzijdig buiten bedrijf gesteld
worden, vooraleer het water
binnenkomt.
Laat de verwarmingsinstallatie
controleren door een vakman nadat ze
onder water gestaan heeft voor u ze
weer inschakelt.
Armaturen, regel- en sturingstoestellen
die met water in contact gekomen zijn
moeten vervangen worden door de
vakman.
3.2
Kwaliteit verwarmingswater
In de verwarmingsinstallatie wordt er gebruik gemaakt
van water als warmtedrager. Al naargelang de
toepassing van het water wordt er een onderscheid
gemaakt tussen:
– verwarmingswater:
water, dat zich in uw installatie bevindt.
– vulwater:
water dat gebruikt wordt om de installatie de eerste
keer te vullen.
– bijvulwater:
water dat gebruikt wordt om de installatie na een
eventueel waterverlies weer bij te vullen.
Elk water bevat materialen zoals bijv. Ca(HCO
(calciumhydrogeencarbonaat), die de werking van uw
verwarmingsinstallatie kunnen beïnvloeden. Dat kan
leiden tot corrosie, ketelsteenvorming of
ketelafzettingen.
Opdat uw verwarmingsinstallatie economisch,
bedrijfszeker en spaarzaam zou draaien, raden wij u
aan om de kwaliteit van het vul- en bijvulwater te
controleren en het water eventueel te behandelen.
Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
Bedieningsvoorschrift Klassieke ketel met ventilatorbrander Logano GE615 • Uitgave 02/2006
Opgelet: schade aan de installatie
door corrosie of steenvorming als het vul-
en bijvulwater niet voldoet aan de
installatiespecifieke vereisten.
Uw vakman vult in het bedrijfsboek in
hoeveel water er werd bijgevuld en hoe de
kwaliteit ervan is. Het bedrijfsboek maakt
deel uit van de technische documentatie en
wordt ingevuld door de vakman.
)
3
2
Informeer u over de Ca(HCO
concentratie
(calciumhydrogeencarbonaat) bij uw
vakman of bij de
waterdistributiemaatschappij.
Als het vul- en bijvulwater niet voldoet
aan de installatiespecifieke vereisten,
moet het behandeld worden. Wend u
daarvoor tot uw vakman.
3
)
-
3
2
5