Al het puin dat is achtergebleven op de werklocatie verwijderen; dit om gevaarlijke
situaties voor anderen uit te sluiten.
Zich ervan verzekeren dat wanner de machine is afgekoppeld deze op een veilige
manier is gestald met gebruik van de bijgeleverde steunen.
WANNEER DEZE MACHINE NIET TE GEBRUIKEN:
Probeer nooit om deze machine te gebruiken als u niet om bent opgeleid dit te doen.
Gebruit nooit een machine alvoren u de gebruikershandleiding hebt gelezen en
begrepen, vertrouwd bent de machine en de controles hebt uitgeoefend.
Gebruik nooit een machine die slecht onderhouden is.
Gebruik nooit een machine als de beschermkappen niet juist gemonteerd zijn of
ontbreken.
Gebruik nooit een machine van welke het hydraulische systeem tekenen van slijtage of
schade toont.
Gebruik nooit een machine op een tractor die niet voldoet aan de door de fabrikant
gestelde minimumeisen.
Gebruik nooit een machine aan een tractor die niet is uitgerust met de nodige
beschermkappen van metaal en/of kunststof.
Gebruik nooit de machine als de tractorcabine of de beschermkappen voor de cabine
beschadigd zijn of niet juist gemonteerd zijn.
Draai nooit de klepelrotor in een zodanige positie dat rondvliegend materiaal de cabine
kan raken en beschadigen.
Begin nooit of blijf niet werken met de machine wanneer er mensen nabij zijn of
naderbij komen. Stop en wacht totdat totdat zij op een veilige afstand zijn alvorens het
werk te continueren. WAARSCHUWING: Sommige klepelrotoren blijven 40 seconden
doordraaien na het stopzetten.
Probeer nooit de machine te gebruiken op materialen die buiten de capaciteit van de
machine liggen.
Gebruik nooit een machine om een taak uit te voeren die hij niet ontworpen is te doen.
Bedien nooit de machine van eender welke andere positie dan de tractorstoel, vooral
tijdens het aan- of afkoppelen van de machine.
Voer nooit onderhoud aan een machine of een tractor uit terwijl de motor draait. De
motor moet worden uitgeschakeld, de sleutel verwijderd en opgeborgen worden.
Laat nooit een machine onbeheerd achter in opgeheven stand; zet deze volledig op de
grond op een solide ondergrond.
Laat nooit een tractor onbeheerd achter met de sleutel in het contact of met lopende
motor.
Voer nooit onderhoud op om het even welk deel of component van een machine uit die
in opgeheven stand is, tenzij dit deel of component behoorlijk en veilig is ondersteund
en vastgezet.
Probeer nooit een hydraulisch lek te minden met gerbuik van uw handen. Gebruik een
stuk karton.
Sta nooit kinderen toe dichtbij, aan, of op een tractor te spelen in in om het even welke
omstandigheden.
5