30 | Installatie CombinAir
ADvIeS!
Gebruik voor de cv-hoofdleiding minimaal een buis van Ø 28 mm,
ter voorkoming van een te grote weerstand en stromingsgeluiden.
ADvIeS!
Zijn de toegepaste kunststof leidingen niet voldoende zuurstof-
diffusiedicht, pas dan een scheiding toe tussen de kunststof
verwarmingsdelen en het toestel. Bijvoorbeeld een platenwis-
selaar. Voorzie dit gescheiden deel van een eigen expansievat,
drukbeveiliging en vulmogelijkheid.
ADvIeS!
De waterkwaliteit verschilt per regio. Raadpleeg uw water-
leverancier voor exacte informatie over de samenstelling van
het geleverde water.
07.98.91.953.7_instalvoorsch_CombinAir.indd 30
Installatievoorschrift CombinAir
4.
Het afvoersysteem moet altijd op afschot richting
toestel worden aangebracht. Houd hierbij circa 5 mm
per meter buislengte aan. Op die manier kan er zich
geen condens verzamelen in de rookgasafvoerleiding.
Tevens is de kans op ijspegelvorming bij horizontale
uitmondingen dan kleiner.
5.
De luchttoevoer moet bij horizontale uitmondingen
op afschot naar buiten geleid worden om inregenen te
voorkomen. Houd hierbij 3 mm per meter buislengte
aan. Zorg er bij een verticale luchttoevoerleiding voor
dat hierin geen regenwater terecht kan komen.
4.4 aanSlUiten onDerzijDe
In de figuur hiernaast, ziet u de aansluitpunten van het toestel
voor het cv-circuit, appendages, tapwatercircuit, gasaanvoer,
condensafvoer en elektrische aansluitingen. Deze zitten al-
lemaal aan de onderzijde van het toestel.
4.4.1 Aaansluiten van het cv-circuit
Afhankelijk van uw cv-circuit kunt u het toestel op twee ma-
nieren aansluiten. Als 'twee temperatuurzones'-toestel of als
één warmteafgiftesysteem. Zie hoofdstuk 3.2 (werking van het
toestel) voor uitleg over beide systemen. De aansluitmogelijk-
heden van beide systemen worden in dit hoofdstuk uitgelegd.
Ter voorkoming van lekkages en beschadigingen aan de
installatie en het toestel en om de levensduur van het systeem
te kunnen garanderen moet de installatie vakkundig, schoon
en gesloten zijn aangelegd en dienen de gebruikte leidingen
en het te gebruiken water aan bepaalde eisen te voldoen.
Hierdoor zal er nagenoeg geen corrosie optreden in het
cv-systeem. Houdt u zich daarom aan de volgende eisen die
Daalderop stelt aan de installatie:
-
De cv-installatie dient schoon te zijn.
-
De cv-installatie dient lekvrij en zuurstofdicht te zijn.
-
Kunststofleidingen dienen zuurstofdiffusiedicht te zijn.-
- Radiatoren: Zuurstofdoorlaatbaarheid lager dan
0,1 g/m3 bij 85
C (standaard kunststof VPE).
o
- Vloerverwarming: Zuurstofdoorlaatbaarheid
lager dan 0,1 g/m3 bij 40
-
Zorg dat de cv-installatie is gevuld met schoon
leidingwater.
-
PH-waarde cv-water dient tussen de 7 en de 9 te liggen.
-
IJzergehalte in het cv-water dient lager te zijn dan 0,2 mg
per liter.
-
Chloorgehalte in het cv-water dient lager te zijn dan
150 mg per liter.
C (DIN 4726/4729).
o
02-11-10 09:16