4.9
Datacommunicatie
• Aansluiting "LAN" (1) (ethernet voor TCP/IP-netwerk) voor communicatie met een
centrale gegevensserver.
• Aansluiting "COM1" (2) (RS485-bus) voor communicatie met externe apparaten, bijv.
met een gegevenslogger.
• Aansluiting "COM2" (3) (Modbus RTU) voor communicatie met bijv. externe energieme-
ters.
4.9.1
"COM1" en "COM2"
De omvormer kan via de aansluitingen "COM1" en "COM2" met andere apparaten commu-
niceren. Voorwaarden voor communicatie:
• Beide einden van de gegevensverbinding worden beëindigd.
• RJ45-standaardkabels of alternatieve datakabels worden als BUS-kabels gebruikt.
Zie voor meer informatie over het aansluiten van andere masterapparaten en omvormers
het document "Technical Information", dat u van de website van Steca kunt downloaden.
"COM2"
De omvormer kan via de aansluiting "COM2" met energiemeters (Modbus RTU) communi-
ceren. De energiemeter moet hiertoe aan de volgende voorwaarden voldoen:
• De energiemeter moet in de omvormer geprogrammeerd zijn.
• De energiemeter meet de afname uit het net in positieve richting (zie handleiding van de
energiemeter).
4.9.2
Modbus RTU-datakabel
OPMERKING
Elektrische spanning kan materiële schade veroorzaken.
Alternatieve datakabel alleen door vakpersoneel laten maken.
►
Voor installatie buiten alleen geschikte patchkabels voor buiten gebruiken!
►
Als datakabel een RJ45-standaardkabel of een CAT5-patchkabel gebruiken. Zie voor meer
informatie over de stekkerverbinding van de Modbus RTU-datakabel het document "Tech-
nical Information", dat u van de website van Steca kunt downloaden.
762.885 Z05 2012 coolcept_fleX, coolcept³_fleX
NL
13