9 Bediening
11 Als het CO
percentage bij maximum en minimumvermogen
2
zich binnen het bereik vermeld in de bovenstaande tabellen
bevindt, is de CO
instelling van de ketel correct. Indien NIET,
2
pas de CO
instelling dan aan volgens de instructies in het
2
onderstaande hoofdstuk.
12 Schakel het apparaat uit door op de knop te drukken en het
monsterpunt terug op zijn plaats. Zorg dat deze gasdicht is.
13 Zet het voorpaneel terug op zijn plaats.
VOORZICHTIG
Werken aan gasgeleidende onderdelen mogen ALLEEN
worden uitgevoerd door een gekwalificeerd, competent
persoon.
De koolstofdioxideinstelling aanpassen
INFORMATIE
Pas alleen de CO
instelling aan wanneer u het eerst hebt
2
gecontroleerd en zeker bent dat aanpassing noodzakelijk
is. Er mag geen aanpassing aan de gasklep worden
uitgevoerd zonder voorafgaande toestemming van uw
plaatselijke Daikin verdeler. In België mag de gasklep
NIET worden aangepast en/of de zegel verwijderd of
verbroken worden. Neem contact op met uw verdeler.
1 Verwijder de dop die de afstelschroef afdekt. In de illustratie is
de afdekdop reeds verwijderd.
2 Draai de schroef (a) om het CO
(rechtsom) of te verlagen (linksom). Zie de onderstaande tafel
voor de gewenste waarde.
a
a
Afstelschroef met afdekdop
Gemeten
Instelwaarden CO
waarde bij
(voorste deksel geopend)
maximum
Aardgas 2H (G20, 20 mbar) Propaan 3P (G31,
vermogen
10,8
—
10,6
10,4
10,2
10,0
9,8
9,6
9,0±0,1
9,4
8,9±0,1
9,2
8,8±0,1
9,0
8,7±0,1
8,8
8,6±0,1
8,6
8,5±0,1
3 Plaats na het meten van het CO
van de instelling het afdekdopje en het monsterpunt terug op
hun plaats. Zorg dat ze gasdicht zijn.
4 Selecteer de instelling Hoog door tweemaal tegelijk de knoppen
en in te drukken. Er verschijnt een hoofdletter op het
servicedisplay.
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
26
percentage te verhogen
2
(%) bij minimumvermogen
2
30/50/37 mbar)
10,5±0,1
10,3±0,1
10,1±0,1
9,9±0,1
9,8±0,1
9,6±0,1
—
percentage en de aanpassing
2
5 Meet het CO
percentage. Als het CO
2
afwijkt van de waarden in de tabel die het CO
maximumvermogen aangeeft, neem dan contact op met uw
plaatselijke verdeler.
6 Druk tegelijk op en om het testprogramma te verlaten.
7 Zet het voorpaneel terug op zijn plaats.
9
Bediening
9.1
Overzicht: Bediening
De gasboiler is een modulerende, hoogefficiënte ketel. Dit betekent
dat het vermogen wordt aangepast in overeenstemming met de
gewenste warmtebehoefte. De aluminium warmtewisselaar heeft 2
afzonderlijke kopercircuits. Als resultaat van de afzonderlijk
gebouwde circuits voor ruimteverwarming en warm tapwater,
kunnen de verwarming en de warmwateraanvoer afzonderlijk
werken, maar niet gelijktijdig samen.
De gasboiler heeft een elektronische ketelcontroller die het volgende
doet wanneer verwarmen of aanvoer van warm water nodig is:
▪ de ventilator starten,
▪ de gasklep openen,
▪ de brander ontsteken,
▪ de vlam voortdurend opvolgen en controleren.
Het is mogelijk om het warm tapwatercircuit van de ketel te
gebruiken zonder het centrale verwarmingssysteem aan te sluiten
en te vullen.
9.2
Verwarming
Verwarming wordt geregeld door de binnenunit. De ketel start het
verwarmingsproces wanneer er een verzoek van de binnenunit is.
9.3
Warm tapwater
Omdat de aanvoer van warm water voorrang heeft op verwarming,
schakelt de ketel over naar de warm tapwaterstand wanneer er een
warm waterverzoek is. Wanneer er een gelijktijdig verzoek voor
verwarming is:
▪ wanneer alleen de warmtepomp werkt, levert de warmtepomp
warmte en bereidt ze warm tapwater. De ketel wordt omzeild.
▪ wanneer alleen de ketel werkt, met de ketel in de stand warm
tapwater, wordt GEEN ruimteverwarming geleverd, maar wel
warm tapwater.
▪ wanneer de warmtepomp en de ketel gelijktijdig werken, zal de
warmtepomp warmte leveren en wordt de ketel omzeild en
schakelt deze over op de stand warm tapwater om warm tapwater
te leveren.
9.4
Bedrijfsmodi
De volgende codes op het servicedisplay geven de volgende
werkingsstanden aan.
Uit
De gasboiler is buiten werking maar krijgt elektrische stroom. Er zal
geen antwoord komen op verzoeken voor ruimteverwarming en/of
warm tapwater. Vorstbeveiliging is actief. Dit betekent dat de
wisselaar wordt verwarmd als de watertemperatuur in de gasboiler
te laag is. Indien van toepassing zal de warmhoudfunctie tevens zijn
ingeschakeld.
Als vorstbeveiliging of de warmhoudfunctie ingeschakeld is,
verschijnt op het display (de wisselaar verwarmen). In deze stand
kan ook de druk in de ruimteverwarmingsinstallatie worden
afgelezen op het hoofddisplay (bar).
Daikin Altherma hybride warmtepomp – gasketelmodule
percentage nog steeds
2
percentage bij
2
EHYKOMB33AA
4P3530671B – 2014.02