Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Werkingsbereik; Hoofdcomponenten - Daikin hydrocube EUWYN5KBZW1 Montagehandleiding En Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

Werkingsbereik

A
Buitentemperatuur
a
Standaard (water)
b
Optie (glycol)
°C DB
°C droge bol
LEWT
Watertemperatuur verdamperuitlaat
LCWT
Watertemperatuur condensoruitlaat
RH
Relatieve vochtigheid
Gebied werking temperatuurverlaging
Bescherm het watercircuit tegen vorst.
Wanneer de units onder de –5°C werken en in een streek
met vrij veel wind zijn geïnstalleerd, is een windscherm
vereist.

Hoofdcomponenten

(Zie afbeelding 1)
Afgebeelde unit = EUWYB12KBZW1.
1
Condensor (koelen) of verdamper (verwarmen)
De condensor zet het koelmiddel om van een gas in een
vloeistof. De warmte verkregen door het gas in de verdamper
wordt door de condensor uitgeblazen in de omgevingslucht en
de damp wordt omgezet in vloeistof.
2
Compressor
De compressor werkt als een pomp en doet het koelmiddel
circuleren in het koelcircuit. Het comprimeert het koelmiddelgas
dat uit de verdamper komt tegen een drukniveau dat de
verdichting in de condensor goed mogelijk maakt.
3
Tweerichtingsstroom koelmiddelfilter
De filter achter de condensor verwijdert kleine partikels uit het
koelmiddel om blokkade van de slangen te voorkomen.
4
Tweerichtingsstroom expansieklep
De vloeistof komende uit de condensor komt terecht in de
verdamper via een expansieklep. Deze expansieklep brengt het
vloeibare koelmiddel op een drukniveau waarbij het gemakkelijk
verdampt in de verdamper.
5
Verdamper (koelen) of condensor (verwarmen)
De verdamper moet voornamelijk warmte onttrekken uit het
water dat erdoor vloeit. Dit is mogelijk door het vloeibare
koelmiddel, dat uit de condensor komt, om te zetten in een gas.
6
Drukpoort koelmiddelcircuit
Dankzij deze poorten kan de koelmiddeldruk in de leidingen
worden gemeten.
7
Vulafsluiter
Voor het bijvullen van koelmiddel in het circuit.
8
Aansluiting van waterinlaat/-uitlaat
De aansluitingen van de waterinlaat en -uitlaat maken een
eenvoudige aansluiting mogelijk van de unit op het watercircuit
van de luchtbehandelingsunit of de industriële uitrusting.
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
3
9
Pomp (uitsluitend EUWYP, EUWYB)
De pomp circuleert het water in het circuit.
10 Drukregelklep
De drukregelklep regelt de waterdoorstroming in het systeem.
11 Expansievat (uitsluitend EUWYP, EUWYB)
Het water in het watercircuit zet uit naarmate de temperatuur
stijgt. Het expansievat stabiliseert de drukveranderingen bij een
veranderende watertemperatuur door ruimte te bieden voor het
veranderende watervolume.
12 Buffertank (uitsluitend EUWYB)
De buffertank beperkt de variaties in watertemperatuur in het
watercircuit. Dit voorkomt dat de compressor veelvuldig start
en stopt.
13 Aftapkraan
Met de aftapkraan kan het koelerwatersysteem bij het
onderhoud of bij het uitschakelen volledig worden geledigd.
14 Vulklep (uitsluitend EUWYP, EUWYB)
Met deze vulklep kunt u het watercircuit met water vullen.
15 Ontluchtingsklep
De
resterende
lucht
automatisch verwijderd via de ontluchtingsklep.
16 Drukpoorten watercircuit
Dankzij de 3 drukpoorten kunt u een verstopping in het
watercircuit of een storing van de pomp vaststellen.
Op de drukpoorten met een u 7/16 flare-aansluiting kunt u een
toestel aansluiten om de pompdruk en de drukdaling in de
verdamper te meten. Van deze drukken kunt u de waterstroom
afleiden (Raadpleeg
"Afbeeldingen drukgegevens" op pagina
17 Waterfilter
Het filter voor de pomp verwijdert verontreinigingen uit het water
om schade aan de pomp of verstopping van de verdamper te
voorkomen. Maak het waterfilter op regelmatige tijdstippen
schoon.
18 Kogelklep
Voor en na het waterfilter is een kogelklep voorzien zodat het
filter kan worden gereinigd zonder het watercircuit af te laten.
19 Manometer
Op de manometer kunt u de beschikbare waterdruk aflezen.
20 Sensor voor inlaatwatertemperatuur
De besturing regelt de uitlaatwatertemperatuur aan de hand van
de opgemeten inlaatwatertemperatuur.
21 Hogedrukmanometer (optie)
Meting aan hogedrukzijde compressor.
22 Lagedrukmanometer (optie)
Meting aan lagedrukzijde compressor.
23 Vloeistofreservoir
Het vloeistofreservoir zorgt ervoor dat er alleen koelmiddel in
vloeibare toestand voorkomt vóór expansie in de verdamper.
24 Accumulator
De accumulator zorgt ervoor dat er alleen koelmiddel in
gasvormige toestand voorkomt vóór compressie.
25 4-wegsklep
De 4-wegsklep draait de koelmiddelstroom in de unit om bij het
overschakelen van koelen naar verwarmen.
26 Ontdooisensor
De ontdooisensor meet de temperatuur van de luchtwarmte-
wisselaar wanneer de unit in de verwarmingsmodus wordt
gebruikt. Als de temperatuur te laag wordt, wordt de unit
ontdooid tot de temperatuur van de luchtwarmtewisselaar een
aanvaardbaar niveau heeft bereikt.
Compacte omschakelbare lucht-water warmtepompen
in
het
koelerwatersysteem
EUWY(*)5~24KBZW1
4PW61655-1 – 07.2010
wordt
11).

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave