Besturing - bedieningselementen
Appraatweergave
Pos. Symbool Beschrijving
4
5
6
7
sec
8
AMP%
sec
9
AMP
sec
10
sec
11
12
4.2
Appraatweergave
De volgende lasparameters kunnen vóór (instelwaarden), tijdens (werkelijke waarden) of na het lassen
(hold-waarden) worden weergegeven:
Parameter
Lasstroom
Parameter-tijden
Parameter-stromen
Frequentie, balance
Lasvermogen
Lasspanning
Zodra er na het lassen bij weergave van de hold-waarden instellingen wijzigen (bijv. de lasstroom),
schakelt de display om naar de betreffende instelwaarden.
mogelijk
niet mogelijk
De tijdens het principeschema van de apparaatbediening in te stellen parameters zijn van de
geselecteerde lasopdracht afhankelijk. Dit betekent dat wanneer er bijv. geen pulsvariant is geselecteerd
er ook in het principeschema geen pulstijden zijn in te stellen.
4.2.1
Lasstroominstelling (absoluut/procentueel)
De lasstroominstellingen voor start-, daal-, eind- en hotstartstroom kunnen procentueel afhankelijk van de
hoofdstoom AMP of absoluut worden ingesteld. De selectie wordt in het apparaatconfiguratiemenu
uitgevoerd met parameter
12
0
Signaallampje balance
Pulsbalance
Signaallampje elektrodediameter
Ontstekingsoptimalisering (TIG)/basisinstelling kogelvorming
Gasnastroomtijd
Signaallampje down-slope tijd
Signaallampje, tweekleurig
Rood: daal- of pulspauzestroom
Groen: pulspauzetijd
Signaallampje, tweekleurig
Rood: hoofd
- of pulsstroom
Groen: pulstijd
/slope-tijd
Signaallampje
Up-slope tijd
(TIG)
Signaallampje activArc
Signaallampje
Vóór het lassen
(instelwaarden)
> zie hoofdstuk 5.6.
(% van AMP)
/slope-tijd
(expertmenu)
(AMP naar AMP%, expertmenu)
> zie hoofdstuk 5.1.7
"linkerdisplay"
Tijdens het lassen
(werkelijke waarden)
"rechterdisplay"
Na het lassen
(hold-waarden)
099-00T404-EW505
02.07.2020