Ingangen met EOL
Indien bekabelde zones worden aangesloten volgens het einde-lus-weerstandsprincipe (EOL, end-of-
line) vindt er continue controle plaats of de kabel tussen de centrale en de detector nog intact is.
Hiertoe wordt aan het einde van de kabel, dus in de behuizing van de detector of magneetcontact, een
weerstand van 1k8 geplaatst in serie met de ingang. Over het alarmcontact van de detector komt een
weerstand van 10k. Over het sabotagecontact wordt normaal gesproken GEEN weerstand geplaatst.
Optioneel kan hiervoor een 39k weerstand geplaatst worden.
Detector met EOL weerstanden aansluiten
►! Alphatronics heeft tevens magneetcontacten in haar leveringspakket die standaard zijn voorzien
van de juiste EOL (end of line) weerstanden!
Uitgangen aansluiten op de AlphaBox centrale
De AlphaBox centrale is voorzien van 4 uitgangen. Hiervan is 1 uitgang (AL
en AL
) uitgevoerd als
A
B
potentiaal-vrij relais contact (max. 30VDC/750mA) de andere 3 uitgangen (O.C.1 t/m O.C.3) zijn van
het type Open Collector.
Relais uitgang
Het potentiaal vrije relaiscontact kan van het type normally open (N.O.) of normally closed (N.C.)
zijn, dit is afhankelijk van de dipswitch instelling JP18 op de AlphaBox print. Indien wordt gekozen
voor een normally open (N.O.) contact zal in rust geen verbinding zijn tussen beide AL contacten.
Indien de AlphaBox in alarm komt zal het contact sluiten en een verbinding zijn tussen het AL
en
A
AL
contact.
B
Open Collector uitgangen
Uitgangen 1, 2 en 3 zijn open collector (O.C.) uitgangen, uitgang 1 (O.C.1) kan belast worden met
maximaal 200mA, uitgang 2 en 3 (O.C.2 en 3) kunnen maximaal belast worden met 100mA. De Open
Collector uitgang mag gezien worden als een transistorschakelaar, waarbij de uitgang in geactiveerde
toestand naar de 0V geschakeld wordt. In gedeactiveerde toestand is de uitgang hoog-ohmig.
Wanneer de O.C. uitgang een LED aanstuurt, moet een stroombegrenzingsweerstand in serie met de
LED opgenomen worden. De kathode zijde van de LED wordt aan de O.C. uitgang aangesloten en de
anode kant middels een serieweerstand van bijvoorbeeld 1k2 aan de +12V.
Een Open Collector uitgang kan ook gebruikt worden om een relais aan te sturen. Let hierbij op dat de
maximale spoelstroom door het relais bij gebruik van O.C.2 en 3 niet meer is dan 100mA en bij O.C.1
niet meer dan 200mA. De ene zijde van de relaisspoel wordt aan de O.C. uitgang aangesloten en de
andere zijde aan de +12V. Tevens wordt aanbevolen om over de relais spoelcontacten een blusdiode
van het type 1N4001 in sperrichting te plaatsen. Hierbij wordt dus de kathode (negatief, min-streepje)
van de diode aan de +12V en de anode (positief) aan de O.C. kant aangesloten. Het beste EMC gedrag
ontstaat, wanneer de diode fysiek over de aansluitklemmen van het relais gesoldeerd wordt.
Installateurshandleiding AlphaBox
Rev. 1.9
27-11-2008
11