Handleiding NX-6,NX-8,NX-8plus
STORING UITBREIDING
Indien geprogrammeerd, zal de centrale een "storing uitbreiding" rapporteren. Deze conditie
wordt eveneens weergegeven door een "service" indicatie op het bediendeel, zelfs als de
"storing uitbreiding" niet gerapporteerd dient te worden. OPMERKING: bediendelen worden
eveneens beschouwd als uitbreidingen. Het nummer waarmee iedere "uitbreidingsmodule" zal
rapporteren wordt weergegeven in appendix 3. (zie adres 37, segment 3)
TELEFOONLIJNBEWAKING
De centrale is voorzien van een telefoonlijnbewaking die zowel de spanning als de stroom op de
telefoonlijn controleert voor de detectie van een eventuele storing op de telefoonlijn. Deze
conditie kan eveneens naar de meldkamer gerapporteerd worden. Wanneer deze rapportering
ingesteld is, dan zal alleen een herstelrapportering doorgestuurd worden. Een telefoonlijnfout
wordt echter altijd weggeschreven in het logboek.
(zie adres 37, segment 3, adres 39 en adres 40 segment 5)
TERUGBEL-MODE
Indien geprogrammeerd, zal de centrale het "terugbel"nummer gebruiken om de down-load-
computer op te bellen alvorens een download-sessie te starten. (zie adres 21 en 22)
VERTREKFOUT
Indien geprogrammeerd, zal de centrale een "vertrekfout" rapporteren als een vertraagde zone
verstoord is op het moment dat de vertrektijd beëindigd wordt. Dit rapport zal doorgestuurd
worden samen met het nummer van de gebruikerscode waarmee het systeem ingeschakeld
wordt. Er zal eveneens een alarmrapportering gebeuren. Zelfs als deze eigenschap niet
geprogrammeerd wordt, dan zal de sirene toch geactiveerd worden telkens als er een
vertraagde zone verstoord is op het moment dat de vertrektijd beëindigd wordt (zie adres 23,
segment 3)
UITGANGSDEUR
Als deze eigenschap geprogrammeerd wordt dan zal deze alleen van toepassing zijn voor
secundair vertraagde zones. Wanneer deze optie actief is zal de secundaire vertrektijd direct
beëindigd worden zodra de secundair vertraagde zone terug in rust komt.
UITSCHAKELEN BEDIENDEELVERLICHTING
Deze eigenschap zal automatisch de bediendeelverlichting (behalve de "VOEDING" led)
uitschakelen als er 60 seconden geen toetsaanslag gedetecteerd wordt. Door een cijfertoets in
te drukken kan men de bediendeelverlichting terug activeren. (zie adres 23, segment 2)
UITSCHAKELEN VAN 8 ZONES OP HOOFDPRINT -
De 8 zones op de hoofdprint van de centrale kunnen uitgeschakeld worden om eventueel een
volledig draadloos systeem te configureren. Voor de zones 1-8 kan eventueel een combinatie
van "draadloze" en "hardwired" zones ingesteld worden .(zie adres 37, segment 2)
ZOEMERWAARSCHUWING VOOR ZONEBLOKKERING –
Als deze eigenschap geprogrammeerd werd, dan zal de centrale de bediendeelzoemer
activeren als het systeem ingeschakeld wordt met één of meerdere geblokkeerde zones. (zie
adres 23, segment 2)
ZONETYPE INSTELLING
De centrale heeft 20 programmeerbare zonetypes die bepalen hoe iedere zone zal functioneren
en gerapporteerd zal worden. De standaard zonetypes worden weergegeven in hoofdstuk 10.4 .
Zonetypes 1-16 zijn volledig programmeerbaar (via bediendeel en via downloading). Zonetypes
17-20 zijn alleen programmeerbaar via downloading (en niet via bediendeel).
(zie adressen 110-141)
ZOMER/WINTERTIJD
De centrale heeft de mogelijkheid om automatisch van zomer- naar wintertijd en vice versa om
te schakelen. De omschakeling naar wintertijd gebeurt op de laatste zondag van oktober (3 uur wordt
2 uur) en het omschakelen naar zomertijd gebeurt op de laatste zondag van maart (2 uur wordt 3 uur)
(adres 37, segment 5 optie 8)
NP0096.1
1-6-2001
71