Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

NetworX NX-6 Handleiding pagina 70

Inhoudsopgave

Advertenties

Handleiding NX-6,NX-8,NX-8plus
PROGRAMMEERBARE UITGANGEN (RELAIS)
De NX-8/8plus heeft 2 programmeerbare relaisuitgangen. Relaisuitgang 1 is een wisselcontact,
relaisuitgang 2 is een NO-contact. (zie aansluitschema en adressen 45-48)
PROGRAMMEERCODE
De standaard programmeercode is [9] - [7] - [1] - [3] wanneer 4-cijferige codes gebruikt
worden of, als 6-cijferige codes gebruikt worden, is deze [9] - [7] - [1] - [3] - [0] - [0]. De
programmeer-code kan eveneens ingesteld worden als gewone in/uitschakelcode. Wanneer de
programmeer-code eveneens gebruikt wordt als gewone in/uitschakelcode, dan wordt deze bij
het oversturen van in/uitschakelrapporteringen doorgemeld als gebruiker 255. (zie adres 42-43)
RAPPORTERING VOOR VOL LOGBOEK
Een rapportering kan naar de meldkamer gestuurd worden als het intern logboek vol is.
(zie adres 37, segment 4)
RECENTE INSCHAKELING
Indien geprogrammeerd, zal de centrale een "recente inschakeling" naar de meldkamer
rapporteren als een alarm gedetecteerd wordt binnen de 5 minuten na het inschakelen van het
systeem. Dit rapport zal doorgestuurd worden samen met het nummer van de gebruikerscode
waarmee het systeem ingeschakeld werd. (zie adres 23, segment 3)
SABOTAGE BEHUIZING
De centrale heeft een ingang voor een normaal-gesloten sabotagecontact (zie aansluitschema).
Bij sabotage van de behuizing kan de centrale geprogrammeerd worden om een rapport naar de
meldkamer te sturen en/of om de sirene-uitgang te activeren en/of om de bediendeelzoemer te
activeren. (zie adres 37, segment 2 en 3 en adres 39)
SABOTAGE BEDIENDELEN
De centrale kan de sectie bediendelen gedurende 60 seconden blokkeren en een sabotage-
rapport doorsturen als er 30 toetsaanslagen gedetecteerd werden zonder een geldige code te
vormen. (zie adres 23, segment 1)
SCHAKELING VOOR AUTOMATISCHE BEANTWOORDER
Deze eigenschap maakt het mogelijk om eventuele antwoordapparaten of telefaxen op dezelfde
telefoonlijn van de centrale aan te sluiten. Om het antwoordapparaat of telefax te verschalken,
moeten er echter wel 2 oproepen naar de centrale gedaan worden. Bij de eerste oproep worden
één of twee belsignalen gegenereerd. De centrale zal deze belsignalen detecteren en start een
timer van 45 seconden. Wanneer er binnen deze tijd een nieuwe oproep binnenkomt, neemt de
centrale onmiddellijk de lijn (d.i. na het eerste belsignaal).
Deze eigenschap wordt afgeraden voor hoog-risico toepassingen. (zie adres 21)
SIRENE-BEWAKING
De centrale heeft een speciaal circuit dat constant de sirene-uitgang bewaakt en ingesteld kan
worden om een alarmrapport te genereren wanneer de aansluitdraden geknipt worden.
(zie adres 37, segment 3)
SIRENETOON BIJ INSCHAKELEN
De centrale kan geprogrammeerd worden om een toon van 1 seconde te genereren telkens op
einde van vertrekvertraging of wanneer de ontvanger in de meldkamer het inschakelrapport
confirmeert. De sirene kan ook een toon genereren wanneer het systeem ingeschakeld wordt
met een sleutelschakelaar/sleutelhanger of twee tonen genereren wanneer het systeem met een
sleutelschakelaar/sleutelhanger uitgeschakeld wordt. (zie adres 37, segment 1)
SNELINSCHAKEL-EIGENSCHAPPEN
De centrale kan volledig resp. gedeeltelijk ingeschakeld worden d.m.v. "snelinschakel"-toetsen
[Afwezig] resp. [Aanwezig]. De corresponderende inschakelrappporten zullen doorgemeld
worden als gebruiker 98. (zie adres 23, segment 1)
STILLE UITGANGSMODE
Het aftellen van de vertrekvertraging kan "stil" gemaakt worden door [
alvorens het systeem in te schakelen of bij gebruik van de "re-exit" eigenschap. Het aftellen van
de vertrekvertraging kan ook permanent "stil" gemaakt worden in alle partities. (adres 37,segm5)
NP0096.1
1-6-2001
 
] -[Afwezig] in te tikken
70

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Nx-8Nx-8plus

Inhoudsopgave