Aangepaste opnamemodus (C1/C2)
Sla veelgebruikte opnamemodi en door uzelf geconfigureerde functie-
instellingen op, zodat u ze later opnieuw kunt gebruiken. Zet het
programmakeuzewiel in de stand
instellingen te openen. Zelfs als u van opnamemodus wisselt of de camera
uitschakelt, worden instellingen opgeslagen die normaal gesproken
worden gewist.
Instellingen die kunnen worden opgeslagen
Opnamemodi ( /
z
Functies die zijn ingesteld in de modus
z
uitzonderingen)
Zoomposities
z
Handmatige scherpstelposities ( = 80)
z
of
/
/
)
1
Selecteer de opnamemodus met
instellingen die u wilt opslaan en
wijzig de instellingen naar wens.
2
[Aangep. opnamemodus (C1, C2)]
3
[Registreer instellingen]
Kies een aangepaste opnamemodus
z
waarin u de instellingen wilt opslaan.
209
om eenvoudig opgeslagen
/
/
/
(met enkele