Inhoudsopgave
Advertenties
4.9
INWERKINGSTELLING
Algemene instructies
Inschakelen
GEVAAR!
Kans op letsels! Schakel de machine uit alvorens
de stofopvangbak te verwijderen.
OPGEPAST!
Stel de machine enkel in gebruik
wanneer de motorkap en stofopvangbak gesloten zijn.
BELANGRIJK!
NALEVING VERPLICHT!
•
Ga na of de machine in perfecte staat en volledig geleverd
werd.
Zie
INHOUD, par. 2.1
UITPAKKEN , par 4.1
Zie
•
Wend u bij klachten tot uw vakhandelaar of onze
klantendienst.
5
WERKING (GEBRUIK EN BEDIENING)
NALEVING VERPLICHT!
U mag de werkzaamheden die in dit hoofdstuk aan bod komen
pas uitvoeren nadat u de gebruikershandleiding, met in het
bijzonder hoofdstuk 1 tot 4, volledig gelezen en begrepen
hebt.
BELANGRIJK!
De goede werking van de
veiligheidsinrichtingen moet vóór gebruik
gecontroleerd worden.
zie ook
Veiligheidsinstructies, hoofdstuk 3
GEVAAR!
Iemand die de machine geruime tijd bedient
kan door de trillingen problemen krijgen met de bloeddoor-
stroming in zijn handen. We kunnen geen algemeen geldende
gebruiksduur vastleggen. Deze wordt immers beïnvloed
door verschillende factoren zoals: het al dan niet stevig
vastgrijpen, een al dan niet lage omgevingstemperatuur
en de genetische aanleg. We raden aan om regelmatig
pauzemomenten in te lassen en de hoogte van de
duwbeugel optimaal af te stellen.
BELANGRIJK!
Stem de rijsnelheid af op de omstandigheden (ondergrond,
aard van het afval en hoeveelheid) om een goed
veegresultaat te bekomen.
BELANGRIJK!
Bij gebruik moet u de stoffilter met regelmatige
tussenpozen en indien nodig reinigen.
BELANGRIJK!
Bij gebruik moet u de stoffilter met regelmatige
tussenpozen en indien nodig ledigen.
REINIGEN VAN DE STOFFILTER , par. 5.8
Zie ook
Zie ook
LEDIGEN VAN DE STOFOPVANGBAK, par 4.8.2
5.1 STARTEN VAN DE VEEGMACHINE
•
Plaats de sleutel in de schakelaar en draai deze met de
klok mee naar de stand 'AAN'. De aandrijfmotor zal
starten.
VOORBEREIDING
, par. 4.7
5.2
RIJDEN MET DE VEEGMACHINE
•
Trek aan de rijhendel
De rijsnelheid kan naargelang de stand van de hendel
continu bijgesteld
•
De veegmachine komt tot stilstand.
Laat de rijhendel los
•
De veegmachine kan ook zonder motoraandrijving
voortgeduwd worden.
Rijden over hindernissen
Inschakelen
De machine kan langzaam en voorzichtig rijden over
•
verankerde hindernissen tot een hoogte van 45 mm.
Ter bescherming van de machine moet over hindernissen
•
steeds een rijplaat gelegd worden.
5.3
VEEGMODUS - VEGEN MET ZIJBORSTELS, VEEGROLLEN, VENTILATOR
OPGEPAST!
Te grote of logge voorwerpen kunnen via de opgetilde
filterkap meteen in de stofopvangbak terecht komen.
Gevaar voor oplaaiend stof! Wacht 5 tot 10 seconden alvorens
de filterkap te openen!
WAARSCHUWING!
Veeg geen linten, draden of gelijkaardige voorwerpen op. Dit
kan leiden tot schade aan het veegmechanisme.
BELANGRIJK!
In principe moet de ventilator ingeschakeld zijn.
Naargelang de toepassing:
Breng de zijborstels naar beneden (bedien het pedaal)
•
Schakelaar voor zijborstels in Pos. I (AAN), Pos.0 (UIT)
•
Schakelaar voor veegrollen in Pos. I (AAN), Pos.0 (UIT)
•
Filterschudder in Pos. I (AAN), Pos.0 (UIT)
•
Bedien de keuzehendel
•
(zijdelings uitzwenken van de zijborstels)
BASIC - model
Pos I (AAN)
Pos 0 (UIT)
PLUS - model
Pos I (AAN)
Pos 0 (UIT)
PRO - model
Pos I
(VENTILATOR AAN)
Pos I (AAN)
Pos 0 (UIT)
Pos II (Bediening
filterschudder)
De veegmachine zal vooruit bewegen.
Pos I (AAN)
Pos 0 (UIT)
Pos I (AAN)
Pos 0 (UIT)
Pos I (AAN)
Pos 0 (UIT)
Pos I (AAN)
Pos 0 (UIT)
Pos 0
(VENTILATOR UIT)
11
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
