6.3
Voorbereiding voor de meting
Voer de navolgende handelingen in de aangegeven volgorde uit:
· Sluit de bedieningseenheid AS 2000 met de meetkopkabel (8 m, 15
m of 25 m) aan op de dieseltester AD 2000 (zie hoofdstuk 4.4).
Draai de schroeven van de Sub-D stekkers goed vast.
· Sluit de dieseltester met de voedingskabel aan op de netspanning
(zie hoofdstuk 4.3)
· Bevestig de uitlaatgassonde (kort/lang, afhankelijk van soort voer
tuig) op de meetingang van de dieseltester AD 2000. Let op dat de
uitlaatgassonde stevig op de meetingang is bevestigd.
· Steek de uitlaatgassonde in de uitlaat van het voertuig en klem de
sonde vast.
· Sluit de gewenste toerentalsensor aan op de desbetreffende bus
van de bedieningseenheid AS 2000 (zie hoofdstuk 4.8).
· Klem de toerentalsensor vast op het voertuig (zie hiertoe hoofdstuk
7.2 "Functie: toerentalmeting/temperatuur").
· Sluit de temperatuurvoeler (0,8 m stijf, 0,8 m flexibel, 1,3 m of
2,5 m/ afhankelijk van soort voertuig) aan op de desbetreffende bus
van de bedieningseenheid AS 2000 (zie hoofdstuk 4.8).
· Trek de oliepeilstok uit de oliepeilbuis. Maak met de verschuifbare
rubber stop de vrije lengte van de temperatuurvoeler gelijk aan de
vrije lengte van de oliepeilstok. Steek vervolgens de
temperatuurvoeler in de oliepeilbuis.
· Schakel de dieseltester AD 2000 in.
· Kies de functie
(Zie hoofdstuk 7)
· Bij foutmeldingen de foutmeldingentabel raadplegen
(hoofdstuk 9.1).
· De bediening verloopt menugestuurd; s.v.p. de aanwijzingen op het
LCD
en hoofdstuk 7 "Functies").
AD 2000 - AS 2000
1 = GASTESTER DIESELMOTOR
2 = GASTESTER BENZINEMOTOR
3 = METING TOERENTAL/TEMPERATUUR
4 = INVOER/ADRES.
scherm volgen (lees ook hoofdstuk 6 "Bediening"
12
GRUNDIG
electronics