3
Veiligheidsaanbevelingen bij het meten in de auto
Voertuiguitlaatgassen
Bij metingen in gesloten ruimten (werkplaatsen, testhallen, enz) moeten de
uitlaatgassen van de voertuigen worden afgevoerd en moeten de ruimten
voldoende worden geventileerd.
Warmte
Metingen moeten vaak bij normale motorbedrijfstemperaturen worden uitgevoerd.
Daardoor zijn de motoren, appendages, alsmede het gehele uitlaatgassysteem
bijzonder heet!
Draaiende delen
Bij een draaiende motor kan er gevaar voor het bedieningspersoneel ontstaan ten
gevolge van roterende aggregaten, zoals dynamo, koelventilator, riemschijven,
enz. en de aandrijvingen daarvan (b.v. V-snaren). Let bij een draaiende motor
vooral op het verloop van de meetkabel.
Beveiligen van het voertuig
Trek de handrem aan, en stel bij een automaat de selector in op P.
Beveilig het voertuig voldoende tegen wegrijden.
GRUNDIG
5
AD 2000- AS 2000
electronics