4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon
De positie van de AF-zone op het instellingenscherm specificeren
Toepasbare modi:
Als [š], [
], [Ø] of [
het formaat van de AF-zone veranderen.
Wanneer u [š], [
1
Druk op [
].
2
Selecteer [š], [
3
Veranderen van de positie en het formaat van de
AF-zone.
Knopbediening
3/4/2/1
/
[DISP.]
4
Op [MENU/SET] drukken om in te stellen.
• De AF-zone met dezelfde functie als [Ø] wordt in de aangeraakte positie weergegeven
als [š] geselecteerd is.
De instelling van de AF-zone wordt geannuleerd als op [MENU/SET] gedrukt wordt of
[
] aangeraakt wordt.
• Alleen de weergave van [i] (middelpunt van de geselecteerde groep) zal op het
beeldscherm blijven als [
] in de Auto Focusmodus geselecteerd is, kunt u de positie en
], [Ø] selecteert
] of [Ø] en druk op 4.
Aanraakbediening
Aanraken
Open-/
dichtknijpen
s
[Reset]
] geselecteerd is.
Beschrijving van de bediening
Beweegt de positie
Verandert de grootte
(met kleine stappen als [š] of [Ø]
geselecteerd was)
Verandert de grootte
(met grote stappen als [š] of [Ø] geselecteerd
was)
Eerste keer: De positie wordt op het midden
gereset
Tweede keer: De grootte wordt op de
fabrieksinstelling gereset
96