3. Opnamemodussen
De Intelligent Auto Plus modus stelt u in staat bepaalde instellingen aan te passen, zoals
de helderheid, de kleurtoon en de regeling van het onscherpe gedeelte, terwijl de
Intelligent Auto modus ook voor andere instellingen gebruikt wordt.
Instellen van de
helderheid
Instellen van de
kleurtoon
Defocus Control
Menu's die ingesteld
kunnen worden
Auto Focus, Gezichts-/Oogdetectie en Gezichtsherkenning
∫
De Auto Focusmodus wordt automatisch op [š] gezet. Als u het onderwerp aanraakt, zal
de functie AF Tracking werken. De functie AF Tracking zal ook werken als u op [
en de sluiterknop vervolgens tot halverwege indrukt
• Wanneer [Gezicht herk.] op [ON] gezet is en een gezicht gedetecteerd
wordt dat lijkt op het geregistreerde gezicht, dan wordt [R] weergegeven op
de rechter bovenkant van [
Over de flitser
∫
Wanneer u opnames met de flitser maakt, selecteert de camera automatisch [
(AUTO/Rode-ogen-reductie), [
het onderwerp.
• Raadpleeg
P153
voor informatie over de externe flitser.
• Wanneer [
] of [
• De Sluitertijd zal langzamer zijn tijdens [
Scènedetectie
∫
• Als bijvoorbeeld een statief gebruikt wordt en het toestel beoordeelt dat het schudden van het
toestel minimaal is wanneer de Scènedetectie als [
zijn dan normaal. Let op dat u het toestel tijdens het fotograferen niet beweegt.
• Afhankelijk van de opname-omstandigheden kunnen verschillende soorten scènes voor
hetzelfde onderwerp geselecteerd worden.
Intelligent Auto Plus
modus
±
±
±
Veel
], [
] en [
].
] of [
] afhankelijk van het type en de helderheid van
] ingesteld is, is de rode-ogenverwijdering ingeschakeld.
] of [
].
] geïdentificeerd is, zal de sluitertijd lager
67
Intelligent Auto modus
—
—
—
Weinig
] drukt
], [
]