4.1. Vereisten.
De computervoeding moet worden gemonteerd door een gekwalificeerde installateur die beschikt over
de vereiste licenties en vergunningen (geldend in het betreffende land) voor het aansluiten van de voeding op
de 230V hoofdstroom.
Aangezien de voeding ontworpen is voor continue werking en niet voorzien is van een schakelaar, moet
er een overladingsbescherming aanwezig zijn in het voedingscircuit. Daarnaast moet de gebruiker weten hoe hij
de voedingseenheid van de hoofdvoeding afkoppelt (meestal door een zekering in de stoppenkast toe te
wijzen). Een schakelaar mag maar één voeding beschermen. Het elektrische systeem moet voldoen aan de
toepasselijke standaards en regelgeving. De voeding moet in verticale positie staan om ervoor te zorgen dat
convectielucht vrij door de ventilatiegaten van de behuizing kan stromen.
Omdat de computervoeding periodiek een batterijtest uitvoert en daarbij de weerstand van het
batterijcircuit meet, moet ervoor worden gezorgd dat de kabels correct zijn aangesloten op de klemmen.
De installatiekabels moeten stevig aangesloten zitten op de klemmen aan de batterijkant en de
voedingsconnector. Indien nodig kan de batterij permanent van de voedingssystemen worden afgekoppeld door
de F
-zekering te verwijderen.
BAT
De zijwanden van de behuizing bevatten uitsparingen voor het leggen van installatiekabels. Gebruik
een bot voorwerp om een opening te maken voor de kabelwartel aan de buitenkant van de behuizing.
Monteer vervolgens zorgvuldig de kabelwartel en bescherm de computervoeding tegen water dat doordringt in
de opening.
De computervoeding beschikt over PG9 en PG11 kabelwartels. De wartelgrootte moet worden
geselecteerd op basis van de kabeldoorsnede. Een enkele kabelwartel mag maar voor één kabel worden
gebruikt.
Fig. 5 Aanbevolen types en secties voor PG9 en PG11 installatiekabels voor kabelwartels.
4. Installatie.
Fig. 4 Het maken van een opening voor de kabelwartel.
8