Pagina 1
Voedingseenheid voor brandveiligheidssystemen in de bouw. Aangegeven prestaties: Brandveiligheid. Prestatiebestendigheidscertificaat: 1438-CPR-0628 Toelatingscertificaat: 3501/2019 Conformiteit: EN 54-4:1997+AC:1999+A1:2002+A2:2006 EN 12101-10:2005+AC:2007EN 12101-10:2005+AC:2007 GEBRUIKSAANWIJZING Versie: 5 van 21-12-2022 Vervangt editie: 4 van 08-07-2021 Voedingen serie EN54C v.1.1 Voedingen voor brandalarmsystemen en rook- en hittebeheersingssystemen.
ALGEMENE VEILIGHEIDSPRINCIPES Lees de gebruiksaanwijzing voorafgaand aan installatie om fouten te voorkomen die het apparaat kunnen beschadigen en kunnen leiden tot een elektrische schok. Sluit voorafgaand aan installatie de stroom van het 230 V elektriciteitsnet af. Schakel de stroom uit met een externe schakelaar en zorg dat de afstand tussen de contacten van alle polen in ontkoppelde toestand minimaal 3 mm bedraagt.
INHOUDSOPGAVE 1. EIGENSCHAPPEN VAN DE COMPUTERVOEDING ..............4 2. FUNCTIONELE VEREISTEN VAN DE COMPUTERVOEDING..........4 3. TECHNISCHE BESCHRIJVING......................5 3.1. A ..............................5 LGEMENE BESCHRIJVING 3.2. B ..................................5 LOKSCHEMA 3.3. B ....................6 ESCHRIJVING VAN COMPONENTEN EN VOEDINGSKLEMMEN 4.
1. Eigenschappen van de computervoeding Voldoet aan de vereisten van bescherming van de batterij tegen EN 54-4:1997+AC:1999+A1:2002+A2:2006, diepontlading (UVP) EN 12101-10:2005+AC:2007 bescherming tegen overladen van de batterij 27,6 V DC ononderbreekbare voeding aanduiding van lage batterijspanning (LoB) ...
3. Technische beschrijving. 3.1. Algemene beschrijving. De buffervoedingen zijn ontworpen voor ononderbroken voeding van brandalarmsystemen, rook- en hittebeheersingssystemen, brandveiligheisuitrusting en brandautomatiseringsinstallaties die een stabiele spanning van 24 V DC (±15%) nodig hebben. De voedingen zijn voorzien van twee onafhankelijk beschermde AUX1- en AUX2-uitgangen die een spanning leveren van 27,6 V DC en een totale spanningsefficiëntie naar gelang de versie: Voedingsmodel...
3.3. Beschrijving van componenten en voedingsklemmen. Tabel 1. Onderdelen van de computervoeding (Fig. 2). Compone Beschrijving ntnr. 230 V voedingsconnector met klem voor het aansluiten van een beschermende geleider Klemmen: – ingang van de batterijtemperatuursensor TEMP MANIPULATOR – ingang van de tamperschakelaar Gesloten ingang = geen aanduiding Open ingang = alarm...
Pagina 7
Tabel 2. Onderdelen van de computervoeding (Fig. 3). Componentn Beschrijving Computervoeding (Tab. 1, Fig. 2) Batterijtemperatuursensor Batterijconnectors; positief: +BAT = rood, negatief: - BAT = zwart Plaats voor de installatie van aanvullende modules TAMPERSCHAKELAAR; microschakelaar (contacten) voor anti-sabotagebescherming (NC) Passende batterij Uitsparing voor kabelwartel Uitsparingen voor verborgen draden Slot...
4. Installatie. 4.1. Vereisten. De computervoeding moet worden gemonteerd door een gekwalificeerde installateur die beschikt over de vereiste licenties en vergunningen (geldend in het betreffende land) voor het aansluiten van de voeding op de 230V hoofdstroom. Aangezien de voeding ontworpen is voor continue werking en niet voorzien is van een schakelaar, moet er een overladingsbescherming aanwezig zijn in het voedingscircuit.
4.2. Installatieprocedure. LET OP! Sluit voorafgaand aan installatie de stroom van het 230 V AC elektriciteitsnet af. Schakel de stroom uit met een externe schakelaar en zorg dat afstand tussen contacten van alle polen ontkoppelde toestand minimaal 3 mm bedraagt. Er moet een installatieschakelaar met een nominale stroom van 6A in de voedingscircuits buiten de voedingseenheid worden geïnstalleerd.
4.3. Procedure voor het controleren van de voeding op de installatieplek 1. Controleer de indicatie op het voorpaneel van de voedingseenheid: a) 230 V AC LED moet blijven branden om de aanwezigheid van de netvoeding aan te geven. b) AUX LED moet blijven branden om de de aanwezigheid van de toevoerspanning aan te geven 2.
5. Functies 5.1. Bedieningspaneel. De computervoeding is voorzien van een ledpaneel waarmee de stroomstatus van de voeding kan worden gecontroleerd. Fig. 6 Bedieningspaneel Tabel 3. Beschrijving van de knoppen en ledlampjes op het LCD-paneel. - groene led ter indicatie van 230 V spanning - groene led AUX ter indicatie van de stroom op de AUX1- en AUX2-uitgang van de computervoeding - gele led ALARM ter indicatie van een collectieve fout...
5.2. Technische uitgangen. De voeding is voorzien van relaisindicatieuitgangen die van status veranderen bij een specifieke gebeurtenis. Fig. 7 Elektrisch diagram van relaisuitgangen EPS - uitgang ter indicatie van 230 V-stroomverlies. De uitgang geeft 230 V-stroomverlies aan. Onder normale omstandigheden met ingeschakelde 230 V is de uitgang gesloten.
5.3. Ingang van collectieve fout: EXTi. De EXT IN (externe ingang) technische ingang ter indicatie van een collectieve fout is bedoeld voor aanvullende, externe apparaten die een foutsignaal genereren. Het ontkoppelen van de EXTi-klemmen leidt tot een fout van de computervoeding en een foutsignaal bij de ALARM-uitgang.
6. Reservevoedingscircuit. De computervoeding is voorzien van intelligente circuits: batterijlaadcircuit met versnelde laadfunctie en batterijcontrole, met als hoofdtaak om de staat van de batterijen en de aansluitingen in het circuit te monitoren. Als de controller een stroomfout in het batterijcircuit detecteert, zal de ALARM technische uitgang dit aangeven.
Fig. 14 Montage van de temperatuursensor. De nominale werkingstemperatuur van de batterij die door veel fabrikanten wordt aanbevolen is 25°C. Werking bij verhoogde temperaturen zal de levensduur van de batterij aanmerkelijk inkorten. De levensduur wordt met de helft ingekort bij iedere blijvende temperatuurstijging van 8°C boven de nominale temperatuur.
7. Technische parameters. Elektrische parameters (Tabel 5). Mechanische parameters (Tabel 6). Gebruiksveiligheid (Tabel 7). Werkingsparameters (Tabel 8). Aanbevolen types en secties van de installatiekabels (Tabel 9). Tabel 5. Elektrische parameters. EN54C-2A17 EN54C-5A17 Functionele klasse EN 12101-10:2005+ AC:2007 Hoofdvoeding ~230 V Stroomverbruik 0,58A 1,38A...
Pagina 17
F5 A F10 A Batterijcircuitbescherming (SCP) en omgekeerde polariteit smeltzekering (bij een fout moet de zekering worden vervangen) U<20 V (± 2%) – ontkoppeling van de batterijen Bescherming van de batterij tegen diepontlading (UVP) Tamperschakelaar ter indicatie van geopende Microschakelaar-tamperschakelaar behuizing - relaistype: 1 A@ 30 V DC / 50 V AC Technische uitgangen:...
Pagina 18
Tabel 6. Mechanische parameters. Batterijruimte: 2x17/18 Ah Afmetingen van de behuizing B=385, H=402, D+D =88+8 B =390, H =406 [+/- 2mm] 358x325 xΦ6 x4szt [mm] Montage (BxH) Passende batterij 2x17/18 Ah / 12 V (SLA) (BxHxD) (max.) 375x180x80 [+/-2 mm] max Staalplaat DC01 1mm Behuizing kleur: RAL 3001 (rood)
8. Technische inspectie en onderhoud. Technische inspectie en onderhoud kan worden uitgevoerd na het afkoppelen van de voeding van het netwerk. De computervoeding vereist geen specifiek onderhoud, maar wel moet de binnenkant worden gereinigd met perslucht als de voeding wordt gebruikt in een stoffige omgeving. Gebruik in geval van vervanging van de zekering alleen compatibele reserveonderdelen.