Blokken selecteren: Gebruikers kunnen aan meer dan één blok worden
toegewezen maar kunnen mogelijk ook bepalen welke van de toegewezen blokken
ze willen weergeven, of willen in- of uitschakelen. Door op
toewijzen van blokken aan de gebruiker, activeert u de mogelijkheid om blokken te
selecteren.
Meerdere blokken selecteren: De grotere Flex- en Flex+-systemen hebben
meer dan acht blokken. Deze worden op het bediendeel in groepen van acht
blokken weergegeven. Druk op de toets A of B om de verschillende groepsblokken
weer te geven. Druk op de toetsen 1-8 om de statuswaarden van de relevante groep
in het betreffende blok weer te geven.
06=Kaart Nummer
Met deze optie kunt u een kaart-, tag- of keyfobnummer toewijzen aan een
gebruiker en dit in het systeem registreren. De optie Kaart Nummer kan een
van de volgende waarden bevatten:
Het serienummer van een toegangbeheerkaart
Het serienummer dat in de kaart/keyfob/tag is geëtst
De via de inleerfunctie van het systeem gedecodeerde code van kaarten/tags
voor gebruik in combinatie met de KeyProx
07=Kaart Functie
Met deze optie kunt u één menuoptie aan toewijzen een kaart, fob, tag of knop.
U moet echter wel geautoriseerd zijn om de gewenste optie te gebruiken als
u deze wilt toewijzen aan de MAX-kaart.
Een nieuwe optie toewijzen:
1. Voer een van de volgende stappen uit:
Druk op
Voer direct het optienummer in.
ent
2. Druk op
08=Kaart Bediendeel
De werking van de menuoptie die is toegewezen aan de MAX-kaart, kan
worden beperkt tot één bediendeel. Wanneer u deze optie selecteert, wordt
weergegeven. Hiermee wordt aangegeven dat er geen bediendeel is opgegeven.
A
B
of
totdat de gewenste optie wordt weergegeven.
om de keuze te accepteren.
te drukken bij het
25