Test Uitgang (32 ent)
Met deze optie kunt u de externe sirene en flitser testen.
Een sirene of flitser testen:
1. Selecteer Sirene of Flitser en druk vervolgens op
(aan of uit) wordt weergegeven.
ent
2. Druk op
om het apparaat te testen door het in- en uit te schakelen.
om de test te beëindigen.
esc
3. Druk op
Tijd en Datum (41 ent)
Met deze optie kunt u de tijd en datum in het systeem instellen. Er zijn twee
subopties: A=TIJD en B=DATUM.
Geef de tijd op in vierentwintiguursnotatie (uu:mm) en de datum in zescijferige
notatie (dd/mm/jj).
Wijzig Codes (42 ent)
Er kunnen tot 248 gebruikers worden ingesteld in het systeem.De gebruikerscodes
worden als volgt toegewezen:
Model
Standaardgebruikers
FX020+
FX050+
FX100+
1 tot 241
†
Als er een Bewaking-pincode is ingesteld door de installateur, wordt het aantal
standaardgebruikers met één verminderd. De laatste standaardgebruikerscode die op
het model wordt gebruikt (20, 93 of 241), wordt toegewezen aan de Bewaking-pincode.
U kunt elke gebruiker een pincode, draadloze keyfob en/of prox-tag toewijzen.
Nadat een code is toegewezen, kunnen gebruikers hun eigen pincode wijzigen.
U kunt bovendien een toegangstype toewijzen dat bepaalt wat de gebruiker wel
en niet kan doen.
ent
Druk op 42
1
gebruiker worden weergegeven. Hieronder wordt een standaardvoorbeeld getoond:
gebruikersnummer
gebruikertype (niveau)
†
ATM codes
1 tot 20
1 tot 93
ent
om gebruikers weer te geven. De gegevens van de eerste
gebruikers-naam
001 GEBRUIKER
L3
A *12345678
blokkeuze
ent
Bewaking-
codes
21
94-96
242-246
RF-fob
toegewezen
R □ m
toegewezen blokken
. De apparaatstatus
Manager
22
23
97
98
247
248
□ = geen pincode toegewezen
■ = pincode toegewezen
toegekende
prox-tag
23