Stap 2: Pas de afdrukinstellingen aan
1
Open het gewenste bestand en klik op Bestand
Het dialoogvenster Afdrukken verschijnt.
2
Klik op Eigenschappen, Voorkeuren of Opties in het dialoogvenster Afdrukken.
3
Geef als volgt de gewenste afdrukkwaliteit op:
a
Klik op de tab Kwaliteit/exemplaren in het dialoogvenster Printereigenschappen.
b
Selecteer Beter of Best in het gedeelte Kwaliteit/snelheid als u afdrukt op fotokaarten of
wenskaarten. Selecteer Normaal voor andere kaartsoorten.
4
Geef als volgt een papiersoort op:
a
Klik op de tab Papierinstellingen in het dialoogvenster Printereigenschappen.
b
Selecteer Wenskaarten in het gedeelte Papiersoort.
5
Geef als volgt een papierformaat op:
a
Klik op de tab Papierinstellingen in het dialoogvenster Printereigenschappen.
b
Kies het juiste formaat in het menu Papierformaat. Zie "Afdrukken op papier met
aangepast formaat" op pagina 40 voor meer informatie.
6
Klik op OK.
Stap 3: Druk de kaarten af
Klik op OK.
Enveloppen afdrukken
Afhankelijk van de dikte van de enveloppen kunt u per keer maximaal 10 enveloppen in de printer
plaatsen.
Stap 1: Plaats de enveloppen in de printer
Opmerking: gebruik geen enveloppen met gaten, plastic vensters, reliëf, sluitkoordjes en
metalen klemmetjes of sluitingen.
Afdrukken.
Enveloppen afdrukken
18