Gebruikershandleiding
veroorzaken. Als dit gebeurt, beëindigt de printer de communicatie na het verstrijken van de
ingestelde tijd. Voer nul (0) in als u de communicatie niet wenst te beëindigen.
Gerelateerde informatie
"Papier laden" op pagina 26
&
"JPEG-bestanden afdrukken vanaf een geheugenapparaat" op pagina 96
&
"PDF- of TIFF-bestanden afdrukken vanaf een geheugenapparaat" op pagina 97
&
Netwerkinstellingen
Selecteer de menu's op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven.
Instel. > Algemene instellingen > Netwerkinstellingen
Instellingen die door de beheerder zijn vergrendeld, kunnen niet worden gewijzigd.
Wi-Fi instellen:
Configureer de instellingen voor de draadloze netwerkverbinding of wijzig deze. Kies uit de volgende
opties de gewenste verbindingsmethode en volg de instructies op het lcd-scherm.
❏ Router
❏ Wi-Fi Direct
Bekabelde LAN-installatie:
Stel een netwerkverbinding in die gebruikmaakt van een LAN-kabel en een router, of wijzig deze.
Wanneer deze functie wordt gebruikt, zijn Wi-Fi-verbindingen uitgeschakeld.
Netwerkstatus:
Hiermee worden de actuele netwerkinstellingen weergegeven of afgedrukt.
❏ Status vast netwerk/Wi-Fi
❏ Wi-Fi Direct-status
❏ Status e-mailserver
❏ statusvel
Controle van netwerkverbinding:
Hiermee controleert u de huidige netwerkverbinding en drukt u een rapport af. Als er problemen zijn
met de verbinding, kunt u het rapport raadplegen om het probleem te verhelpen.
Geavanceerd:
Geef de volgende gedetailleerde instellingen op.
❏ Apparaatnaam
❏ TCP/IP
❏ Proxy-server
❏ E-mailserver
❏ IPv6-adres
De printer voorbereiden
57