Gebruikershandleiding
I
Hiermee onderbreekt u de actuele afdruktaak en kunt u een andere taak onderbreken. U kunt een nieuwe taak
echter niet op de computer onderbreken.
Druk nogmaals op deze toets om een onderbroken taak te hervatten.
J
Reset de huidige instellingen naar de standaard gebruikersinstellingen. Als standaard gebruikersinstellingen niet
zijn gemaakt, wordt gereset naar standaard fabriekswaarden.
K
Hiermee wordt het scherm Papierinstelling weergegeven. U kunt voor elke papierbron de instellingen voor
papiergrootte en papiertype selecteren.
L
Hiermee wordt het menu Job/Status weergegeven. U kunt de status en taakgeschiedenis van de printer
weergeven.
Als er een storing optreedt, knipper het storingslampje links of gaat het branden.
Als de printer gegevens aan het verwerken is, knippert het gegevenslampje rechts. Het gaat branden als er taken
in de afdrukwachtrij staan.
M
Hiermee voert u getallen, tekens en symbolen in.
N
Hiermee wordt de lijst Contacten weergegeven. U kunt contacten vastleggen, bewerken en verwijderen.
O
Hiermee wist u aantal instellingen, zoals het aantal exemplaren.
Configuratie basisscherm
A
Hierop worden items aangegeven die voor de printer als pictogram zijn ingesteld.Selecteer elk pictogram om de
huidige instellingen te controleren of elk instellingenmenu te openen.
B
Geeft elk menu weer.U kunt de volgorde wijzigen of items toevoegen.
C
Hiermee worden actieve taken en de status van de printer weergegeven.Selecteer het bericht om het menu Job/
Status weer te geven.
Geeft de datum en tijd weer wanneer de printer niet actief is en er geen fouten zijn.
D
Tussen tabbladen wisselen.
E
Geeft de instellingsitems aan.Selecteer elk item om de instellingen te configureren of te wijzigen.
De items die grijs worden weergegeven, zijn niet beschikbaar.Selecteer het item om te controleren waarom dit niet
beschikbaar is.
F
Hiermee voert u de huidige instellingen uit.Beschikbare functies variëren afhankelijk van elk menu.
Basisprincipes van printer
20