Gebruikershandleiding
2. Selecteer Fax op het startscherm.
3. Kies de ontvanger.
4. Configureer instellingen om faxen op een specifiek tijdstip te verzenden.
A
Selecteer het tabblad Faxinstellingen en selecteer vervolgens Fax later verzenden
B
Tik op Fax later verzenden om dit in te stellen op Aan.
C
Tik op het vak Tijd, voer het tijdstip in waarop u de fax wilt verzenden en selecteer vervolgens OK.
D
Selecteer OK om de instellingen toe te passen.
U kunt naar wens ook instellingen configureren voor bijvoorbeeld resolutie en verzendmethode.
5. Verzend de fax.
Opmerking:
Als u een fax wilt annuleren, doet u dit vanuit
Gerelateerde informatie
"Originelen plaatsen" op pagina 38
&
"Een fax automatisch verzenden via het bedieningspaneel" op pagina 138
&
"Faxinstellingen" op pagina 148
&
"De status of logboeken van faxtaken controleren" op pagina 162
&
Documenten van verschillende formaten verzenden d.m.v. de ADF
(Doorlopend scannen (ADF))
Als u faxen verzendt door de originelen een voor een te plaatsen, of door de originelen op formaat te plaatsen, kunt
u deze als een enkel document verzenden in hun originele formaten.
Als u originelen met verschillende afmetingen in de ADF plaatst, worden alle originelen verzonden volgens het
grootste formaat. Plaats geen originelen met verschillende formaten als u de originelen in het oorspronkelijke
formaat wilt verzenden.
1. Plaats de eerste batch originelen tegelijkertijd.
2. Selecteer Fax op het startscherm.
3. Kies de ontvanger.
4. Selecteer het tabblad Faxinstellingen en tik vervolgens op Doorlopend scannen (ADF) om dit in te stellen op
Aan.
U kunt naar wens ook instellingen configureren voor bijvoorbeeld resolutie en verzendmethode.
x
5. Tik op
(Verzenden).
Faxen
.
145