• Norm: Door één van de twee beschikbare instellingen (Norm1,
Norm2) in te stellen bepaalt u het bereik waarbinnen resultaten
worden weergegeven in een niet-exponentieel formaat. Buiten dat
gespecificeerde bereik worden resultaten weergegeven met behulp
van het exponentiële formaat.
–2
Norm1: 10
–9
Norm2: 10
Voorbeeld: 1 ÷ 200 = 5 × 10
Specificeren van het breukweergaveformaat
Om dit formaat voor de
breukweergave te specificeren:
Gemengd
Onecht
Specificeren van het statistische weergaveformaat
Volg de volgende procedure om de weergave van de frequentiekolom
(FREQ) van het STAT editor beeldscherm van de STAT functie in of
uit te schakelen.
Om dit te specificeren:
FREQ kolom tonen
FREQ kolom verbergen
Specificeren van het weergaveformaat de decimale
komma/punt
Om dit weergaveformaat
voor de decimale komma/
punt te specificeren:
.
Punt (
)
,
Komma (
)
• De instelling die u hier configureert is enkel van toepassing op
rekenresultaten. De decimale komma voor ingevoerde waarden
wordt altijd door een punt (
>
,
> 10
x
x
>
,
> 10
x
x
0,005
1Nc3(STAT)1(ON)
1Nc3(STAT)2(OFF)
1Nc4(Disp)1(Dot)
1Nc4(Disp)2(Comma)
10
10
–3
(Norm1)
(Norm2)
Voer deze toetsbewerking uit:
1Nc1(ab/c)
1Nc2(d/c)
Voer deze toetsbewerking uit:
Voer deze toetsbewerking uit:
.
) voorgesteld.
D-10