Algemene problemen oplossen
Hier vindt u informatie waarmee u algemene problemen kunt oplossen door opnameopties in te stellen.
De ogen van het
onderwerp zijn rood.
Foto's bevatten
stofvlekken.
Foto's zijn onscherp.
Bij nachtopnamen zijn
foto's onscherp.
Het onderwerp is te
donker door tegenlicht.
Rode ogen treden op wanneer de ogen van het onderwerp licht reflecteren van de flitser van de camera.
•
Rode ogen of
Stel de flitseroptie in op
•
Als de foto al is gemaakt, selecteert u
Als u de flitser gebruikt, worden stofdeeltjes in de lucht mogelijk vastgelegd op foto's.
•
Schakel de flitser uit of neem geen foto's op stoffige plaatsen.
•
Pas de ISO-waarde aan. (p. 62)
Vervaging kan optreden als u foto's maakt bij weinig licht of de camera niet goed vasthoudt.
Gebruik de OIS-functie of druk de [Ontspanknop] half in om ervoor te zorgen dat de camera op het onderwerp scherpstelt.
(p. 37)
Om meer licht binnen te laten, gebruikt de camera een langere sluitertijd. Hierdoor kan het moeilijk worden om de camera lang
genoeg stabiel te houden om een duidelijke foto vast te leggen en kan de camera gaan trillen.
•
Selecteer Nacht in de modus
•
Schakel de flitser in. (p. 60)
•
Pas de ISO-waarde aan. (p. 62)
•
Gebruik een statief om te voorkomen dat de camera beweegt.
Als de lichtbron zich achter het onderwerp bevindt of als er een groot contrast is tussen de lichte en donkere gebieden, kan het
onderwerp te donker worden.
•
Maak geen foto's tegen de zon in.
•
Selecteer Tegenl. in de modus
•
Invulflits. (p. 60)
Stel de flitsoptie in op
•
Pas de belichting aan. (p. 70)
•
Stel de optie Automatische contrastverbetering (ACB) in. (p. 71)
•
Stel de optie voor lichtmeting in op
Anti-rode ogen. (p. 59)
Anti-rode ogen in het bewerkingsmenu. (p. 94)
. (p. 44)
. (p. 44)
Spot als het onderwerp in het midden van het kader staat. (p. 72)
7