Symbolen in deze gebruiksaanwijzing
Opnamemodus
Smart Auto
Programma
Handmatig
Scène
Panorama
Magisch Plus
Instellingen
Film
Symbolen in de opnamemodus
Deze pictogrammen worden weergegeven in de tekst wanneer een functie
beschikbaar is in een bepaalde modus. Bekijk het onderstaande voorbeeld.
Opmerking: de modus
of
ondersteunt wellicht niet de functies voor alle
scènes of modi.
Helderheid en kleur aanpassen
Voorbeeld:
Hier vindt u informatie over hoe u instellingen voor de helderheid en kleur kunt aanpassen om een betere beeldkwaliteit te bereiken.
De belichting handmatig aanpassen (EV)
Afhankelijk van de intensiteit van het omgevingslicht kunnen foto's te licht of te
donker uitvallen. U kunt dan de belichting aanpassen om een beter resultaat te
krijgen.
Donkerder (-)
Neutraal (0)
Helderder (+)
1
Druk in de opnamemodus op [m].
2
Selecteer EV.
Symbool
Beschikbaar in de modi
3
Druk op [F/t] om de belichting aan te passen.
•
De foto wordt lichter naarmate de belichtingswaarde wordt verhoogd.
Programma en Film
EV : +1
Annuleer
Instellen
4
Druk op [o] om de instellingen op te slaan.
•
Nadat u de belichting hebt aangepast, wordt deze instelling automatisch
opgeslagen. Mogelijk moet dit later weer worden bijgesteld om onder- of
overbelichting te voorkomen.
•
Als u niet kunt bepalen wat de juiste belichting is, selecteert u AE BKT (p. 76) en
maakt u foto's met de bracketfunctie. De camera neemt 3 foto's achter elkaar,
elk met een andere belichting: normaal, onderbelicht en overbelicht. (p. 76)
Symbolen in deze gebruiksaanwijzing
Pictogram Functie
Aanvullende informatie
Veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen
Cameraknoppen. [Ontspanknop] staat bijvoorbeeld voor de
[ ]
sluiterknop.
( )
Paginanummer van verwante informatie
De volgorde van de opties of menu's die u moet selecteren om
een stap uit te voeren; bijvoorbeeld: selecteer Gezichtsdetectie
→
→ Normaal (betekent selecteer Gezichtsdetectie en selecteer
vervolgens Normaal).
*
Voetnoot
5