– geschikt voor gebouwen in open bouwwijze met weinig
nevenruimten zonder eigen bedieningseenheid
– minder comfortabel als gereduceerde modus
– zuiniger dan gereduceerde modus
– alleen beschikbaar, wanneer de kamertemperatuur
wordt gemeten.
Wanneer de verwarming in de verlagingsfasen uit moet zijn
(vorstbeveiliging actief), in hoofdmenu Verw >
Temperatuurinstellingen > Sparen > Uit instellen (uitscha-
kelbedrijf).
Doorverwarmen onder een bepaalde buitentemperatuur
De cv-installatie kan door het verlaagd regime tot onder een be-
paalde waarde afkoelen. In dat geval vereist de DIN-EN 12831,
dat verwarmingsoppervlakken en warmtebronnen op een be-
paald vermogen zijn gedimensioneerd. Dit is bedoeld voor het
behoud van een comfortwarmte.
Met Doorverwarmen onder kan worden ingesteld, vanaf wel-
ke buitentemperatuur het verlaagd regime wordt onderbroken
(gerelateerd aan de gedempte buitentemperatuur).
De afb. 23 en 24 laten de werking van de bescherming tegen
bevriezing zien zonder en met geactiveerde parameters. Geko-
zen instellingen: Type sparen: Buitentemperatuurdrempel
en Spaarbedrijf onder: 5 °C.
1
Invloed bij instelling Uit (basisinstelling)
Afb. 23
CR 400 | CW 400 | CW 800
2
5°C
T
A
6 720 645 480-33.2O
1
Afb. 24
Invloed bij instelling – 15 °C
Legenda bij afb. 23 en 24:
t
Buitentemperatuur
A
T
Aanvoertemperatuur
VL
[1] Uitschakelmodus ( Soort verlaging)
[2] Gereduceerd bedrijf (gewenste kamertemperatuur voor
verlaagd regime)
[3] CV-bedrijf (gewenste kamertemperatuur voor cv-bedrijf)
Als de buitentemperatuur lager dan –15 °C wordt, schakelt de
verwarming om van gereduceerde modus naar cv-bedrijf [3].
Daardoor kunnen kleinere verwarmingsoppervlakken worden
gebruikt.
Vorstbeveiligingsgrenstemperatuur (buitentemperatuur-
drempel)
Onder dit menupunt wordt de grenstemperatuur voor de vorst-
beveiliging (buitentemperatuurdrempel) ingesteld. Deze werkt
alleen, wanneer in menu Vorstbev. of Buitentemperatuur of
Ruimte- en buitentemperatuur is ingesteld.
OPMERKING: Beschadiging van cv-water-
transporterende installatiedelen bij te laag in-
gestelde vorstbeveiligingsgrenstemperatuur
en langer aanhoudende buitentemperatuur
onder 0 °C!
▶ Vorstbeveiligingsgrenstemperatuur (ba-
sisinstelling = 5 °C) op de installatie aan-
passen.
▶ Stel de vorstbeveiligingsgrenstemperatuur
niet te laag in. Schade door te laag ingestel-
de vorstbeveiligingsgrenstemperatuur is uit-
gesloten van de garantie!
▶ Vorstbeveiligingsgrenstemperatuur en
vorstbeveiliging voor alle cv-circuits in-
stellen.
▶ Om de vorstbeveiliging van de gehele cv-
installatie te waarborgen, in menu
Vorstbev. of Buitentemperatuur of
Ruimte- en buitentemperatuur instellen.
Servicemenu | 39
2
5°C
-15°C
T
A
6 720 645 480-34.3O
6 720 821 514 (2016/10)
3