OPMERKING: Schade aan de installatie!
▶ Zonnesysteem voor de inbedrijfname vul-
len en ontluchten.
Wanneer het oppervlak van de geïnstalleerde
zonnecollectoren verkeerd is ingesteld, wordt
de zonneopbrengst in het infomenu verkeerd
weergegeven!
Menupunt
Doel van het menu
Zonnesysteem geïn-
Wanneer hier Ja is ingesteld, worden
stalleerd
de andere instellingen getoond.
Zonnesyst. geïnstal-
Grafische configuratie van het zonne-
leerd
systeem
Actuele zonneconfi-
Grafische weergave van het geconfi-
guratie
gureerde zonnesysteem
Zonneparameter
Instellingen voor het geïnstalleerde
zonnesysteem
Zonnesysteem star-
Nadat alle benodigde parameters zijn
ten
ingesteld, kan het zonnesysteem in
bedrijf worden genomen.
Tabel 20 Algemene instellingen voor het zonnesysteem
7.4
Instellingen voor hybride systemen
Wanneer in de installatie een hybride systeem of een hybride
apparaat is geïnstalleerd, is het menu Instellingen hybride be-
schikbaar. Afhankelijk van het toegepaste hybride systeem of
hybride apparaat en de daaraan gekoppelde modules of com-
ponenten kunnen verschillende instellingen worden uitge-
voerd. Houd de aanvullende informatie in de technische
documenten van het hybride systeem of hybride apparaat aan.
7.5
Instellingen voor cascadesystemen
Wanneer de installatie als cascadesysteem met meerdere
warmtebronnen is geïnstalleerd, is het menu Instellingen cas-
cade beschikbaar. Afhankelijk van de gebruikte installatiear-
chitectuur kunnen verschillende instellingen worden
uitgevoerd. Houd de aanvullende informatie in de technische
documenten van de cascademodule aan.
CR 400 | CW 400 | CW 800
7.6
Diagnosemenu
Afb. 28
Menu diagnose
Het servicemenu Diagnose bevat meerdere tools voor de diag-
nose. Houd er rekening mee, dat de weergave van de afzonder-
lijke menupunten afhankelijk is van de installatie.
7.6.1 Menu functietest
Met behulp van deze menu's kunnen de actieve componenten
van de cv-installatie afzonderlijk worden getest. Wanneer in dit
menu Functietesten activeren op Ja wordt ingesteld, wordt
het normale cv-bedrijf in de gehele installatie onderbroken.
Alle instellingen blijven behouden. De instellingen in dit menu
zijn slechts tijdelijk en worden naar de betreffende basisinstel-
ling teruggezet zodra Functietesten activeren op Nee wordt
ingesteld of het menu Functietest wordt gesloten. De beschik-
bare functies en instelmogelijkheden zijn afhankelijk van het
type CV-installatie.
De functietest wordt uitgevoerd, wanneer de instelwaarden
van de genoemde componenten overeenkomstig worden inge-
steld. Of de brander, de mengkraan, de pomp of het ventiel
overeenkomstig reageert, kan op het betreffende onderdeel
worden gecontroleerd.
Bijvoorbeeld kan de Brander worden getest:
•
Uit: de vlam in de brander gaat uit.
•
aan: de brander gaat in bedrijf.
Deze functie van de brandertest is alleen beschikbaar, wanneer
de installatie overeenkomstig is opgebouwd en geconfigureerd
(bijvoorbeeld in installaties zonder cascademodule).
7.6.2 Menu monitorwaarden
In dit menu worden instellingen en meetwaarden van de cv-in-
stallatie weergegeven. Hier kan bijvoorbeeld de aanvoertem-
peratuur of de actuele warmwatertemperatuur worden
weergegeven.
Hier kan ook gedetailleerde informatie over de installatiedelen
zoals bijvoorbeeld de temperatuur van de warmteproducent
worden opgeroepen. Beschikbare informatie en waarden zijn
daarbij afhankelijk van de geïnstalleerde installatie. Techni-
sche documenten van de warmtebron, de module en andere in-
stallatiedelen aanhouden.
Servicemenu | 45
6 720 807 325-22.1O
6 720 821 514 (2016/10)