7. Gebruik van de stoel
Water, zand, etensresten, straatvuil etc.
Bij gebruik van uw rolstoel kunt u in contact komen met o.a. de genoemde verontreinigingen
waardoor het functioneren van uw rolstoel negatief beïnvloed wordt.
1. Geheel of gedeeltelijk onderdompelen in water voorkomen. Als uw rolstoel nat wordt, of
wanneer u water gebruikt om de rolstoel te reinigen, droog de rolstoel dan weer zo goed
mogelijk af.
2. Zand, etensresten, straatvuil, haar, etc. hebben een schurende, dus slijtende werking op
bewegende delen. Zie hoofdstuk 10 schoonmaak richtlijnen.
Begeleidende assistentie
waarschuwing:
Het niet opvolgen van onderstaande waarschuwingen kan resulteren in omkiepen of vallen en letsel
veroorzaken bij de gebruiker of de begeleider.
Gebruiker:
Ken uw hulpverlener, weet wat hij /zij kan.
Verzeker u ervan dat deze bekend is met de waarschuwingen en veiligheids- en technische
instructies omtrent het gebruik van de rolstoel.
Zorg dat de hulpverlener uw wensen kent en weet wat u van hem/haar verwacht.
Het balanspunt
waarschuwing:
Het moment waarop de rolstoel voorover, achterover of zijwaarts kiept, is afhankelijk van het
balanspunt en de stabiliteit. De belangrijkste afstelling van uw rolstoel is de positie van de zit-unit ten
opzichte van de achterwielen. Hoe verder de zit-unit naar achteren staat, hoe beter de stoel
manoeuvreert, maar hierdoor wordt ook het risico dat u met uw rolstoel achterover kiept groter.
Het veranderen van de afstelling van deze rolstoel verhoogt of verlaagt het risico van vallen of
omkiepen. Laat deze verstellingen altijd uitvoeren door ter zake kundigen.
20