4.
Voer onder het gedeelte Toegang tot de LDAP-server de volgende stappen uit:
a.
Selecteer Kerberos in het vervolgkeuzemenu van de Bindmethode LDAP-server.
b.
Klik hier om de methode van gebruiksgegevens te selecteren die u wilt gebruiken.
Als u Openbare gegevens gebruiken kiest, typt u een gebruikersnaam en een wachtwoord.
c.
Typ de LDAP-server in het veld LDAP-server.
d.
Typ 389 in het veld Poort.
5.
Voer onder het gedeelte Toegang tot de LDAP-database de volgende stappen uit:
a.
Plak het zoekprefix in het veld Zoekopdracht.
b.
Typ de sAMAccountName in het veld De ingevoerde naam overeen laten komen met het
LDAP-attribuut van.
c.
Zoek het e-mailadres van de apparaatgebruiker in de LDP-opsporing. Kopieer het attribuut
waarin het e-mailadres wordt gedefinieerd en plak het in het veld Ophalen van e-mailadres
van de gebruiker met behulp van attribuut van.
Voor sommige Kerberos-omgevingen zijn zeer specifieke attributen vereist. Het hier gebruikte
attribuut is bijvoorbeeld userPrincipalName in plaats van mail.
d.
Zoek de naam met attribuut van van de apparaatgebruiker in de LDP-opsporing. Kopieer
het attribuut waarin de naam wordt gedefinieerd en plak deze in het veld en naam met
attribuut van.
e.
Klik op Toepassen.
Als u deze stappen hebt voltooid, gaat u door met de stappen in het volgende gedeelte,
configureren voor
82
Hoofdstuk 4 Opties voor digitaal versturen instellen
Opmerking
Onthoud hoe u de gebruikersnaam op het LDP-scherm hebt ingesteld.
De gebruikersnaam wordt gedefinieerd binnen de DN-waarde van de
apparaatgebruiker in de LDP-opsporing en is niet in de standaard Windows-
domeinaccountindeling. De indeling is vaak uw gehele e-mailadres, inclusief de
@xx.xx.
Opmerking
Voor de Kerberos-omgeving is cn vereist in plaats van displayName.
Kerberos-verificatie.
Verificatiebeheer
NLWW