SECTIE 6—BEDIENINGSINSTRUCTIES
Uw zuurstofconcentrator werkt het best wanneer hij
wordt bediend onder de omstandigheden beschreven Typische
productparameters op pagina 141 in de gebruikershandleiding.
Gebruik in een andere omgeving dan hier beschreven wordt,
kan ertoe leiden dat het apparaat vaker onderhoud nodig heeft.
De luchtinlaat van het apparaat moet zich in een goed
geventileerd vertrek bevinden om luchtvervuiling en/of dampen
te vermijden. NIET gebruiken in een kast.
Opstelling
1. Steek de stekker van het netsnoer in een stopcontact.
2. Bevochtiger aansluiten (indien voorgeschreven).
De bevochtiger NIET boven het aangegeven peil vullen.
Verwissel de in‐ en uitlaataansluitingen voor de zuurstof NIET.
Water uit de bevochtigingsfles wordt door de canule terug naar
de patiënt gebracht.
LET OP: Raadpleeg voor deze procedure AFBEELDING 6.1,
AFBEELDING 6.2 op pagina 147, AFBEELDING 6.3 op pagina 148.
1. Verwijder de dop van de fles.
2. Vul de bevochtiger met gedestilleerd water tot het peil dat
door de fabrikant is aangegeven. Draai de dop stevig op de
bevochtiger.
AFBEELDING 6.1
Perfecto2™Reeks
WAARSCHUWING
Bevochtigingsfles
met dop
De bevochtiger vullen
146
Bevochtigingsfles
zonder dop
Part No 1163146