Samenvatting van Inhoud voor Baxi SENTRY CWH 30/200
Pagina 1
SENTRY GASBOILERS MODELLEN: CWH 30/200 CWH 30/300 CWH 60/200 CWH 60/300 CWH 90/200 CWH 90/300 CWH 120/200 CWH 120/300 Installatie-, bedienings- en onderhoudsvoorschriften Deze instructies dienen bij het toestel bewaard te worden 360.01.11...
1. BESCHRIJVING De Sentry CWH serie is een direct gestookte condenserende gasboiler. De boiler heeft een roestvast stalen tank welke wordt opgewarmd door één of meerdere buiten de tank geplaatste brandermodules. Een brandermodule bestaat uit een roestvast stalen warmtewisselaar waarbinnen de brander is geplaatst.
2. INSTALLATIEVOORSCHRIFTEN Algemeen Lees eerst deze installatievoorschriften alvorens met de installatie wordt begonnen. De installatie dient te voldoen aan de laatste versie van de volgende voorschriften: • NEN 1078, Eisen en bepalingsmethoden voor huishoudelijke gasleidinginstallaties • NEN 1010, Veiligheidsbepalingen voor laagspanningsinstallaties •...
VEWIN. Bij intensief gebruik van het toestel in combinatie met hard water (>10°dH) kan zich binnen de warmtewisselaar snel kalkafzetting vormen. Frequent onderhoud zal dan het gevolg zijn. Om hoge onderhoudskosten te vermijden en een betrouwbare werking te garanderen, adviseert Baxi BV in dergelijke omstandigheden waterbehandeling te toe te passen.
klemmen aansluiting EN1 - EN2 externe aansturing, zie § 2.8.3 pomp L - pomp N circulatiepomp, zie § 2.8.1 figuur 2: klemmenstrook 2.8.1 Circulatiepomp Op de klemmen pomp L - pomp N kan een circulatiepomp (max. 0,7 A) worden aangesloten. De circulatiepomp kan dan worden aangestuurd door een thermostaat aangesloten op klemmen TH1- TH2.
Rookgasafvoer en luchttoevoer Het toestel kan zowel open als gesloten worden opgesteld. Het toestel dient te worden aangesloten op een Sentry dak- of muurdoorvoerset. Het toestel moet worden aangesloten op dikwandig aluminium of roestvaststaal rookgasafvoermateriaal. Wordt roestvaststaal gebruikt, dan moet een condensopvang zo dicht mogelijk bij de toestelaansluiting worden gemonteerd.
tabel 4: rga/ltv aansluitstuk tabel 5: weerstand bocht model diameter (mm) lengte (m) bocht 90° ∅ 100 mm CWH30/…, CWH60/... 100 / 100 2.9.3 Gesloten opstelling met concentrisch systeem van rookgasafvoer en luchttoevoer Tabel toont rookgasdiameters maximale lengte concentrisch rookgasafvoer/luchtoevoerkanaal. Voor extra bochten dient de lengte volgens tabel 7 op de maximale lengte in mindering te worden gebracht.
3. BEDIENINGSVOORSCHRIFTEN Bedieningspaneel Op het bedieningspaneel (figuur 6) kan de bedrijfstoestand van de boiler worden uitgelezen en kan de gewenste temperatuur worden ingesteld. figuur 6: bedieningspaneel Afhankelijk van het model is de boiler uitgerust met 1, 2 ,3 of 4 brandermodules (zie hoofdstuk 7, technische gegevens) elke brandermodule heeft een eigen branderautomaat.
Temperatuurinstelling Druk op de + of de - toets, in het display verschijnt de gewenste boilertemperatuur, met de + en - toetsen kan deze nu worden ingesteld tussen 40 en 70°C. Na verloop van tijd springt het display weer terug naar de actuele boilertemperatuur. Hoe lager de boilertemperatuur des te minder is er kans op kalkafzetting (minder onderhoud), daarnaast is het risico van verbranding bij tappen gering (denk aan kinderen, minder-validen en bejaarden).
4. VOORSCHRIFTEN VOOR IN BEDRIJF STELLEN Het vullen van de boiler Controleer of de aftapkraan van de boiler gesloten is. Controleer of de serviceafsluiter achter het luikje bij de aftapkraan geopend is. Open de hoofdkraan van het water en daarna alle warmwatertappunten, zodat de in de installatie en boiler aanwezige lucht kan ontsnappen.
3. Houd de reset-toets langer als 5 seconden ingedrukt, in het display verschijnt L. Druk nogmaals op de reset-toets, in het display verschijnt C00. Druk op de + toets om de gewenste brandermodule te selecteren welke op vollast dient te draaien: brandermodule 1 brandermodule 2 brandermodule 3...
pomptest geselecteerd voor pomp 1 pomp 1 in werking pomptest geselecteerd voor alle pompen 1 pomp in werking 2 pompen in werking De boiler wordt weer in normale bedrijfstoestand gebracht door herhaaldelijk op de - toets te drukken totdat P00 in het display verschijnt. Druk op de reset-toets en het display springt terug naar normaal bedrijf.
5. STORINGSCODES In geval zich er een storing voordoet verschijnt er in het display van het bedieningspaneel een storingscode. In het linker segment verschijnt afwisselend een letter gevolgd door het nummer van de brandermodule. De letter is een A voor een vergrendelende storing, of een E voor een blokkerende storing.
Pagina 17
tabel 9: storingscodes (vervolg) code omschrijving oorzaak, handelingen Interne code branderautomaat. Vervang branderautomaat. Interne code branderautomaat. Vervang branderautomaat. Interne code branderautomaat. Vervang branderautomaat. Interne code branderautomaat. Vervang branderautomaat. Vlam te laat uit na sluiten gasklep. Gasklep sluit niet. Vlamsignaal voordat gasklep geopend Controleer ionisatie-elektrode.
6. ONDERHOUD Minimaal één maal per jaar moeten de volgende werkzaamheden worden verricht: 1. Controleer het CO percentage en stel dit eventueel af, zie § 4.3. 2. Controleer de belasting op vollast door het gasverbruik te meten. Indien dit meer dan 15% afwijkt van de nominale waarde (zie hoofdstuk 7, technische gegevens) dan duidt dit op vervuiling of verstopping van het rookgasafvoerkanaal, het luchttoevoerkanaal of de condensafvoer.
Pagina 19
figuur 10: aftapkraan en serviceafsluiter figuur 11: pompkoppeling 5. Plaats een kap op de persaansluiting van de pomp (figuur 12). 6. Sluit een slang aan op de leiding van de warmtewisselaar (figuur 12). figuur 12: spoelen warmtewisselaar 7. Open de inlaatcombinatie en spoel de warmtewisselaar totdat er geen kalkdeeltjes meer mee komen.
Baxi BV: Voor de tijd van één jaar na datum van de installatie onderdelen, welke na onderzoek door Baxi BV defect blijken te zijn ten gevolge van materiaal- en/of fabricagefouten, naar eigen keuze vervangen of repareren.