Inhoudsopgave
Advertenties
4.4.5. A-B code
Wijzig deze instelling niet.
5. NOODBEDIENING MODUS
Gebruik de noodbediening alleen als de afstandsbediening defect of verloren is.
Zie hoofdstuk 1, pagina 23 om de noodknop te vinden.
In noodgevallen kan het toestel gedurende een bepaalde tijd automatisch
werken.
Druk op de noodknop. Een piepje geeft aan dat de noodmodus actief is.
Temperatuur en ventilatorsnelheid kunnen niet worden gewijzigd.
De DRY-modus en de timerfunctie zijn niet beschikbaar.
Wanneer het apparaat voor de eerste keer wordt ingeschakeld met de aan/uit-schakelaar en
de noodbedieningsmodus is geactiveerd, werkt het apparaat automatisch met de volgende
instellingen:
Kamertemperatuur
Boven 23°C
Onder 23°C
6. TEST MODE
Gebruik deze knop niet tijdens normaal gebruik.
De knop voor de testmodus is dezelfde als die voor de noodbediening.
Gebruik deze knop in de testmodus. Het apparaat begint te werken in de COOL
modus, zelfs als de kamertemperatuur lager is dan 16°C.
Houd de knop langer dan 5 seconden ingedrukt. 2 piepjes geven aan dat de
testmodus actief is. Laat de knop los.
In de testmodus staat de ventilatorsnelheid op Hoog.
30
Temperatuur
instellen
26°C
23°C
Ventilator
Timer
snelheid
Geen
AUTO
Geen
AUTO
Werkingsmodus
COOL
HEAT
Advertenties
Inhoudsopgave
