10. CODERING VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Wanneer verschillende airconditioners in dezelfde ruimte zijn geïnstalleerd, kan
het nuttig zijn een bepaalde afstandsbediening aan een bepaalde airconditioner
te koppelen. Dit is mogelijk door de afstandsbediening en de airconditioner te
coderen (2 mogelijke codes A of B). Het doel van deze codering is het voorkomen
van communicatiestoringen tussen verschillende airconditioners die in dezelfde
ruimte zijn geïnstalleerd.
Deze codering kan ook worden gebruikt om 2 binnenunits met één
afstandsbediening te bedienen.
De binnenunits en de afstandsbediening zijn standaard ingesteld op kanaal A.
A of B code selectie op de afstandsbediening
Gebruik de toets EXTRA FUNCTION om de codeerfunctie van de afstandsbediening te selecteren. Zie
"3. Afstandsbediening" op blz. 24.
Parametrering op de elektronische kaart van de binnenunit
Stel de microschakelaar 1 van SW2 op elke binnenunit als volgt in:
Voor kanaal A
ON
1
2
3
4
ON
1
2
3
4
11. FOUTCODES
Foutcodeweergave op de binnenunit
ON
Voor kanaal B
ON
SW2
SW2
Foutcodeweergave
SW2
1
2
3
4
SW2
1
2
3
4
Weergave van de laatste foutcode
Om de laatste foutcode weer te geven, drukt
u op de noodknop totdat u 3 pieptonen hoort.
Piep
Piep
Piep
21