Inhoudsopgave
Advertenties
Programmering en werking
Instellen van de maximale reservoirtemperatuur (MAX)
Instellen van de minimale reservoir-
naverwarmingstemperatuur (NTH)
In- / uitschakelen van de regelaar
Door 5 sec de toets
ingedrukt te houden zal de regelaar
worden uitgeschakeld. Met een korte
druk op dezelfde toets zal hij worden
ingeschakeld. Als de regelaar uit is dan
kan men met de toets (i) alle relevante
temperaturen zien.
8
Info-toets
Door te drukken op de toets
worden in het bedrijfsniveau alle rele-
vante temperaturen en de afstelpositie
van de toerentalsturing (voor zover
actief) aangegeven.
Instellen van de maximale
reservoirtemperatuur (MAX)
Toetsencombinatie: + of -
In de weergave ziet men nu de aandui-
ding MAX (maximale reservoirverwar-
mingstemperatuur). Hier kan men met
de toetsen + of – de gewenste reser-
voirtemperatuur instellen tussen 10°C
en 90°C. De fabrieksinstelling is 60°C.
De waarde heeft betrekking op de TSP
(bovenste reservoirsensor). Als deze
sensor niet geïnstalleerd is, dan heeft
de waarde betrekking op de TSR
(onderste reservoirsensor).
Instellen van de minimale reservoir-
naverwarmingstemperatuur (NTH)
Toetsencombinatie:+ of -, dan Enter
Hier kan men de temperatuur voor de
activering van de naverwarming
instellen De waarde heeft betrekking op
de TSP (bovenste reservoirsensor). Als
deze sensor niet geïnstalleerd is, dan
heeft de waarde betrekking op de TSR
(onderste reservoirsensor). Komt men
onder de ingestelde minimale reservoir-
naverwarmingstemperatuur, dan wordt
de naverwarming ingeschakeld. Dat wil
zeggen, het relais K2 wordt
geactiveerd.
Om in het gebruikersniveau te komen,
moet men eenmaal drukken op
of
.
Op de display verschijnt het niveau AE
(gebruikersniveau).
Na de instellingen kan men met toets
naar de bedrijfsweergave teru-
gkeren of met de Enter-toets
de volgende instelwaarde komen.
Bij het bereiken van de ingestelde
temperatuur zal het reservoir niet meer
met zonne-energie worden verwarmd.
Dat wil zeggen, de zonnecircuitpomp zal
worden uitgeschakeld en start pas weer
op wanneer men onder de ingestelde
reservoirtemperatuur komt, of wanneer de
ingestelde maximale collectortemperatuur
wordt bereikt. In deze laatste situatie zal
het reservoir worden verwarmd tot de vast
ingestelde temperatuur van 90°C, als de
collectorveiligheidsfunctie is geactiveerd.
Instelbereik: Van 10°C tot 90°C.
Fabrieksinstelling: 70°C
Dit relais blijft zolang actief, dat de
ingestelde minimale reservoirtemperatuur
+ het ingestelde
naverwarmingstemperatuurverschil wordt
bereikt. Het
naverwarmingstemperatuurverschil kan in
het bedieningsvlak voor de deskundige
worden ingesteld (vlak E3 – 1 No 3)
Functies:
TSP (resp.TSR) < NTH = P1 aan
TSP (resp.TSR) > NTH+NHD = P1 uit
Instelbereik:
Van 10°C tot 90°C.
Fabrieksinstelling: 40°C
bij
Advertenties
Inhoudsopgave
