Configuratie CS1
Verbinding via de kabel (direct)
Bij het verbinden met het Central Station 1 gebruikt u een gekruiste net-
werkkabel (Cross-Over-Path-Kabel). Stel de beide apparaten handmatig in
op de volgende IP - adressen (zie hoofdstuk "IP"). Het CS1 op het IP-adres
192.168.1.55 en het CS2 op het IP-adres 192.168.1.53 (vooringesteld).
Verbinding via het netwerk ( indirect via de router)
Bij de verbinding via het netwerk moeten de beide besturingsapparaten
op de automatische adresinstelling (zie hoofdstuk "IP") ingesteld worden.
Als er een DHCP-server actief is, dan worden de IP-adressen automatisch
uitgegeven.
Let er op dat het besturingsapparaat na het inschakelen nog niet direct
de netwerkverbinding heeft opgebouwd. Wacht u daarom na het opstar-
ten nog ca 1-2 minuten voordat u de instellingen voor de IP-adressen gaat
controleren of bewerken. De verbinding van de beide apparaten via de
kabel dient voor het inschakelen te zijn aangebracht.
Na het invoeren van het IP-adres kan dit bevestigd worden.
Eventueel neemt u de configuratie (locs en magneetartikelen) over van het
CS1.
Elementen op het besturingsapparaat (master) worden daarbij niet over-
schreven.
67