5 FUNCTIECONTROLES, VOORBEREIDING, VERWIJDERING
■
■
5.3 VERHELPEN VAN STORINGEN
Bij storingen moet u eerst de volgende punten controleren:
■
■
■
Pagina 32 van 52
protrusie, bekende horizontale kanteling van de condylenbaan)
zichzelf met het meetsysteem meten. Deze meetresultaten
moeten met de bekende waarden overeenstemmen.
De SICAT JMT⁺-software moet bij bewegingsloze sensoren een
rustig staand beeld van de onderkaak tonen. Eventuele
afwijkingen (Spikes of sprongen van de meetcurven ondanks
onbeweeglijke markers, een verkeerde weergave van de
onderkaak enz.) duiden op een gestoorde meting en beïnvloeden
de evaluatie.
Bij twijfels inzake de meetnauwkeurigheid, wordt aangeraden om
het SICAT JMT⁺-systeem bij SICAT te laten controleren, om de
aangeduide meetnauwkeurigheid te waarborgen.
Is het SICAT JMT⁺-systeem ingeschakeld en wordt het van
spanning voorzien? (groene bedrijfsled op het meetsysteem
brandt, accu's zijn geladen of USB-netadapter of USB-kabel is
aangesloten)
Is er een correcte de USB-verbinding resp. Bluetooth-verbinding
tussen het meetsysteem en de meet-PC?
Zijn alle andere componenten van het meetsysteem (Hoofdboog
type 13R, VK sensortype 24T) correct aangesloten?
In de gebruikershandleiding van de SICAT JMT⁺-
software vindt u verdere aanwijzingen betreffende
INFO
foutmeldingen en het verhelpen ervan.
SICAT JMT⁺-Meetsysteem voor de kaakregistratie