Eindschakelaar
6.3
Eindschakelaarinstellingen FT
2. Eindschakelaar OPEN
3. Veiligheidseindschakelaar OPEN
4. Veiligheidseindschakelaar DICHT
5. Eindschakelaar DICHT
6. Veiligheidseindschakelaar DICHT
LET OP
Beschadiging of vernieling door onjuiste instelling!
Door het passeren van de eindpositie tijdens het afstellings-
proces kan de deur beschadigd raken.
1. Display menu AFSTELLING selecteren
2. Deur met + en - in gewenste DICHT-stand bewegen
3. De schakelnok 5 (wit) zodanig instellen dat de eindschake-
laar reageert
4. Bevestigingsschroef A vastschroeven.
5. De fijnafstelling wordt met schroef B gedaan.
6. Deur met + en - in de gewenste stand OPEN bewegen.
7. De schakelnokken 2 (groen) zodanig instellen, dat de eind-
schakelaar wordt bediend.
8. Bevestigingsschroef A vastschroeven.
9. De veiligheidseindschakelaars 3 en 4 (rood) moeten zoda-
nig worden ingesteld dat ze onmiddellijk reageren na het
passeren van de stuureindschakelaar.
10. Na het proefdraaien controleren of de bevestigingsschroe-
ven goed vast zitten.
11. De extra eindschakelaars 1 en 6 hebben een potentiaalvrij
wisselcontact
18 – Deurbesturing FS 345 RM / Rev.A 0.0
groen
rood
rood
wit
wit
7.
Programmering met de LCD-monitor
7.1
Overzicht LCD-monitor
H
A
AUTOMATISCH
B
RUSTSTAND
C
D
Verklaring:
A:
P arameter / diagnose-info
B:
P arameter / diagnose-info
C:
Toets (+)
D:
Toets (-)
E:
Toets (P)
F:
W aarde / status
G:
W aarde / status
H:
Jumper
7.2
Standen van de LCD-monitor
De besturing beschikt met de LCD-display over vier gebruiks-
standen:
1. AUTOMATISCH
2. AFSTELLING
3. INVOER
4. DIAGNOSE
Wanneer de jumper H wordt verwijderd, hebben de toetsen
(+), (-) en (P) geen functie.
De displayweergave functioneert nog wel.
Na het inschakelen van de besturing bevindt deze zich in de
initialisatiestand. In de display wordt INIT PHASE weergege-
ven, de besturing is niet bedrijfsklaar. De fase duurt ongeveer
5 seconden.
O
G
F
E